• Energy Research
• Open Access close
• Restricted close
• Embargo close
• EU close
• Dutch; Flemish close

Deze dataset bevat de digitale vectoriële versie van alle planelementen - van het type grondvlak - van de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen, zowel de definitief goedgekeurde als diegene in opmaak. Ook de schorsingen en vernietigingen van de Raad van State zijn hierin verwerkt. Een planelement is een object waarmee de betrokken overheid het toepassingsgebied van (een deel van) de ruimtelijke optie die zij heeft genomen aan de hand van bepaalde stedenbouwkundige voorschriften, weergeeft op het grafische plan, als zij dat nodig acht. Dit object is conceptueel altijd te herleiden tot een vlak, lijn of punt, waaraan een zeker legendesymbool is toegekend. Om de koppeling te garanderen tussen een “locatie” en de “volledige set van voorschriften die gelden op die locatie”, is het nodig een plan te ontrafelen in enkele complementaire geodatalagen in vectorformaat. Zo bekomen we een eenduidige koppeling tussen voorschriftteksten en hun bijhorende planelementen. Grondvlakvoorschriften zullen in de praktijk altijd aan een vlakvormig planelement gekoppeld worden dat op zijn beurt een vlakvullend legendesymbool ontvangt, m.a.w. een dekkende symboliek. Dit soort voorschriften kan zowel een vervangend als een aanvullend karakter vertonen ten opzicht van andere voorschriften, afhankelijk van de geldende decretale marges betreffende subsidiariteit, hiërarchie van de plannen, en de overgang van de plannen van de oude wetgeving naar de nieuwe. Bovenop de grondvlakken van het plan kunnen andersoortige planelementen gelegd worden. Deze worden ingedeeld volgens geometrie: vlakken, lijnen, punten en volgens de geometrische nauwkeurigheid van de planelementen (geometrisch nauwkeurig te bepalen of bij wijze van aanduiding). De planelementen zijn in deze dataset beschikbaar voor zover ze al zijn opgeladen door het betreffende provinciebestuur, dat eigenaar is van de data en verantwoordelijk voor de inhoud. Cet ensemble de données contient la version vectorielle numérique de tous les éléments du plan — de type lignes — des plans d’exécution spatiale provinciaux, qu’ils soient définitivement approuvés ou mis en page. Les suspensions et les annulations du Raad van State sont également prises en compte. Un élément de plan est un objet par lequel l’autorité publique concernée reflète sur le plan graphique, si elle le juge nécessaire, le champ d’application (d’une partie de) l’option spatiale qu’elle a prise sur la base de certaines prescriptions urbanistiques. Sur le plan conceptuel, cet objet est toujours attribuable à un plan, à une ligne ou à un point auquel un certain symbole de légenèse a été attribué. Afin de garantir le lien entre un «site» et un «ensemble complet de règles applicables à ce site», il est nécessaire d’établir un plan en quelques couches géodonnées complémentaires au format vecteur. C’est ainsi que nous obtiendrons un lien univoque entre les textes réglementaires et leurs éléments de planification correspondants. Les exigences liées à des plants linéaires ou ponctuels ne peuvent jamais recouvrir des planchers sous-jacents, contrairement à ceux qui sont liés à des surfaces, en ce sens qu’elles les remplacent. Les éléments du plan sont disponibles dans cet ensemble de données dans la mesure où ils ont déjà été chargés par l’administration provinciale compétente, qui est propriétaire des données et est responsable du contenu. In der Bestandsaufnahme der archäologischen Zonen sind die Gebiete aufgeführt, in denen sich archäologische Rückstände oder Spuren im Boden befinden. Bei der Auswahl der Gebiete spielen zwei Elemente eine wichtige Rolle: es muss ein guter Hinweis auf das Vorhandensein des archäologischen Erbes gegeben sein, und es muss ein guter Hinweis darauf gegeben werden, dass dieses Erbe noch gut erhalten bleibt, um einen archäologischen Wert zu haben. Im Falle der archäologischen Zonen wurden diese beiden wichtigen Elemente bestätigt. This VLOPS map shows the modelled total presumed deposition (TZD) for goose Flanders (in Zeq/ha· year) at 1x1 km². This map was calculated using VLOPS23 (based on OPS 5.1.0.2), the emission figures for NH3 and NOx in 2021 and the meteorological data of 2021. For this map, the results for total deposition of NHx, NOy and SOx were added together with an addition for halogenic acids of 25 Zeq/ha/y for both dry and wet deposition and for organic 170 Zeq/ha/y for dry deposition and 60 Zeq/ha/y for the wet deposition.

The dataset contains all active public documents that are part of project-MERs and requests for waivers from the project-EIA obligation. Both finalised and ongoing project MERs and requests for waivers can be found in the project-m.e.r map layer. Project areas were registered and can be found on this map layer. However, not all project areas are easy to identify (e.g. line infrastructures, groundwater abstractions, etc.). If the contour could not be specifically drawn up, the boundaries of the municipality in which the project area is located were used as (too broad) delimitation. As a result, when clicking on a specific lot, it is also possible to show other project-EIA procedures for which the entire municipality was used as a delineation, since the actual outline of those other procedures could not be recorded precisely. Environmental Impact Assessment (EIA) aims to assess the potential impact of projects on the environment and human health so that they are taken into account in an equivalent manner (to other aspects and interests) when drawing up and deciding on these projects. Cet ensemble de données contient la version vectorielle numérique de tous les sous-domaines des plans d’expropriation liés aux plans d’aménagement communaux. Un plan divise parfois la zone en sous-zones afin d’analyser ou de discuter conjointement des ensembles cohérents d’un point de vue spatial. Deze dataset bevat de digitale vectoriële versie van alle deelgebieden van onteigeningsplannen horende bij gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. In een plan wordt het gebied soms opgedeeld in deelgebieden om ruimtelijk samenhangende gehelen gezamenlijk te analyseren of bespreken. Dieser Datensatz enthält die digitale Vektorversion der regionalen Stadtplanungsverordnungen. Jede Verordnung wird durch ihren Umriss begrenzt.

Cette couche donne une vue d’ensemble de toutes les opérations pour lesquelles un rapport annuel intégré sur l’environnement (IMJV) a été présenté en 2008. Pour chaque exploitation, un URI de Linked Open Data (LOD) est une fiche récapitulant les éléments et leurs liens de téléchargement du rapport annuel 2008 de l’IMJV. Le rapport annuel sur l’environnement intégré (IMJV) est un rapport élaboré chaque année par les entreprises et les institutions de Flandre afin de fournir des informations sur leurs performances et mesures environnementales. L’IMJV a pour objectif de fournir une vue d’ensemble de l’incidence des entreprises sur l’environnement et de la manière dont elles les traitent. L’IMJV comprend, entre autres, les éléments suivants: — Une description des activités de l’entreprise; — Une vue d’ensemble des émissions dans l’air, dans l’eau et dans le sol; — L’utilisation d’énergie et de matières premières; — Les mesures prises par l’exploitation pour protéger l’environnement; — Le résultat des éventuelles mesures environnementales prises par l’exploitation; et — une description du traitement des déchets. L’IMJV est soumis à l’autorité flamande et constitue un outil important pour suivre et comparer les performances environnementales des entreprises. Sur la base de l’IMJV, les pouvoirs publics peuvent élaborer des politiques et encourager les entreprises à améliorer leurs performances environnementales. Diese Kartenschicht gibt die Naturschutzziele für die Naturschutzgebiete des Sigma-Plans an. Die Ebene ist eine räumliche Übersetzung der Naturschutzziele, die 2005 für das Mündungsgebiet der Schelde, das Tal und die Nebenflüsse festgelegt wurden (Adriaensen et al. 2005, Erhaltungsziele Schelde-Mündung – ECOBE 05-R82, UA – IN – KULeuven) und 2014 in der S-IHD 36 Seaschelde (SIGMA). Die Umsetzung des Sigma-Plans konzentriert sich auf diese Ziele und trägt somit zur Erfüllung der im Managementplan 36 Zeeschelde (SIGMA) für SACH BE2300006 und SBZ-V BE2300222, BE2301235 und BE2301336 festgelegten Aufgaben bei. Die Naturschutzziele liegen teilweise außerhalb der BSG. Die Kartenebene dient als Richtschnur für die Einrichtung und Verwaltung der Naturschutzgebiete des Sigma-Plans. Es handelt sich um eine Arbeitskarte, die häufig auf der Grundlage neuer Erkenntnisse und der konkreten Umsetzung der Herrichtungspläne aktualisiert wird. Die Begrenzung der Ziele beruht auf der ökologischen Wirksamkeit, die in Vorplanungsstudien und Visionen berechnet wird. Für die Gebiete, für die solche Daten noch nicht vorliegen, wird der Zweck aus der Meest Wenselijk Alternative des aktualisierten Sigma-Plans abgeleitet. This VLOPS map shows the modelled total deposition (td) of NOy (in mol/ha· year) for goose Flanders at 1x1 km². This map was calculated using VLOPS23 (based on OPS 5.1.0.2), the NOx emission figures in 2021 and the meteorological data of 2021. For this card, the raw VLOPs were first modelled for the dry deposition of NOy multiplied by the calibration factor x1,00 and the wet deposition of NOy multiplied by the calibration factor x0,97. Subsequently, these calibrated VLOPS cards were added together to calculate the total deposition of NOy. Deze dataset bevat de digitale vectoriële versie van recente schorsingen en vernietigingen van gewestelijke onteigeningsplannen door de Raad van State en intrekkingen door de Vlaamse Regering.

La «carte thermique Flandre 2019» a été élaborée pour le compte de l’agence flamande de l’énergie et du climat en vue de la mise en œuvre de la directive 2012/27/UE relative à l’efficacité énergétique et de la directive (UE) 2018/2001 sur l’énergie renouvelable. Les principaux produits sont des cartes pour 2019 pour le territoire de la Flandre indiquant la demande de chaleur des grands consommateurs et des petits consommateurs, des résultats au niveau des communes et des secteurs statistiques, des cartes des réseaux de chaleur existants et prévus et, enfin, des sites de points de livraison potentiels de chaleur. L’étude a été réalisée par VITO en collaboration avec le gestionnaire du réseau de distribution Fluvius. Le rapport correspondant peut être consulté à l’adresse suivante: https://www.energiesparen.be/warmtekaart. La densité de la demande de chaleur par commune exprime la demande totale de chaleur par commune par rapport à la longueur des routes revêtues telle que définie dans la couche cartographique des composés routiers du GRB. La demande de chaleur par commune a été obtenue en combinant la demande de chaleur exacte de tous les petits consommateurs et la demande exacte de chaleur des grands consommateurs raccordés au réseau Fluvius. Pour les autres grands consommateurs (selon les rapports de l’IMJV), la demande de chaleur a été estimée sur la base de la rangée connue. La demande de chaleur a été calculée sur la base des données relatives à la consommation de gaz et d’électricité de Fluvius, de la consommation de gaz dans les rapports de l’IMJV et d’estimations de la consommation moyenne de biomasse et de fuel-oil provenant du bilan énergétique. En outre, pour les consommateurs raccordés au réseau Fluvius, cette couche de carte contient également des chiffres municipaux sur la consommation d’électricité, la consommation de gaz, le nombre d’EAN pour l’électricité et le gaz et, enfin, une estimation de la part des ménages disposant d’une installation de fioul/biomasse. Pour de plus amples informations générales, voir le rapport de la carte thermique. De 'Warmtekaart Vlaanderen 2019' werd in opdracht van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie en de Hernieuwbare Energie Richtlijn (EU) 2018/2001. De voornaamste producten zijn kaarten voor 2019 voor het grondgebied Vlaanderen met de warmtevraag van de grootverbruikers en kleinverbruikers, resultaten op niveau van de gemeenten en de statistische sectoren, kaarten van de bestaande en geplande warmtenetten en tenslotte ook locaties van potentiële leveringspunten van warmte. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerder Fluvius. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: https://www.energiesparen.be/warmtekaart. De warmtevraagdichtheid per gemeente drukt de totale warmtevraag per gemeente uit ten opzichte van de lengte van de verharde wegen zoals gedefinieerd in de kaartlaag Wegverbindingen van het GRB. De warmtevraag per gemeente kwam tot stand door de exacte warmtevraag van alle kleinverbruikers te combineren met de exacte warmtevraag van de grootverbruikers aangesloten op het Fluvius net. Voor de overige grootverbruikers (uit de IMJV-rapportering) werd de warmtevraag ingeschat op basis van de gekende range. De warmtevraag is berekend op basis van de gas- en elektriciteitsverbruiksgegevens van Fluvius, de gasverbruiken in de IMJV-rapportering en bijschattingen van het gemiddelde biomassa- en stookolieverbruik uit de Energiebalans. Daarnaast bevat deze kaartlaag voor de verbruikers die aangesloten zijn op het Fluvius net ook gemeentelijke cijfers over het elektriciteitsverbruik, het gasverbruik, het aantal EAN's voor elektriciteit en gas en tenslotte ook een inschatting van het aandeel huishoudens met een stookolie/biomassa-installatie. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport van de Warmtekaart. Die „Flandern-Wärmekarte 2019“ wurde im Namen der Flämischen Energie- und Klimaagentur erstellt, um die Richtlinie 2012/27/EU zur Energieeffizienz und die Erneuerbare-Energien-Richtlinie (EU) 2018/2001 umzusetzen. Die wichtigsten Produkte sind Karten für 2019 für das Gebiet Flanderns, die den Wärmebedarf der Groß- und Kleinverbraucher, die Ergebnisse auf der Ebene der Gemeinden und der statistischen Sektoren, Karten bestehender und geplanter Wärmenetze und schließlich Standorte potenzieller Wärmeversorgungspunkte zeigen. Die Studie wurde von VITO in Zusammenarbeit mit dem Verteilernetzbetreiber Fluvius durchgeführt. Der entsprechende Bericht kann hier eingesehen werden: https://www.energiesparen.be/warmtekaart. Die Wärmebedarfsdichte pro Gemeinde drückt den gesamten Wärmebedarf pro Gemeinde im Verhältnis zur Länge der befestigten Straßen gemäß der Definition in der GRB-Straßenanbindungsschicht aus. Der Wärmebedarf pro Gemeinde wurde erreicht, indem der genaue Wärmebedarf aller Kleinverbraucher mit dem genauen Wärmebedarf der Großverbraucher, die an das Fluvius-Netz angeschlossen sind, kombiniert wurde. Für die verbleibenden Großverbraucher (aus dem IMJV-Bericht) wurde der Wärmebedarf auf der Grundlage der bekannten Spanne geschätzt. Der Wärmebedarf wurde auf der Grundlage der Daten zum Gas- und Stromverbrauch von Fluvius, des Gasverbrauchs in der IMJV-Berichterstattung und der Nebenschätzungen des durchschnittlichen Biomasse- und Heizölverbrauchs aus der Energiebilanz berechnet. Darüber hinaus enthält diese Kartenschicht für Verbraucher, die an das Fluvius-Netz angeschlossen sind, auch kommunale Zahlen zum Stromverbrauch, zum Gasverbrauch, zur Anzahl der Eans für Strom und Gas und schließlich zum Anteil der Haushalte mit einer Heizöl-/Biomasse-Anlage. Weitere Hintergrundinformationen sind dem Bericht über die Wärmekarte zu entnehmen. The ‘Flanders heat map 2019’ was prepared on behalf of the Flemish Energy and Climate Agency to implement the EU Directive 2012/27/EU on energy efficiency and the Renewable Energy Directive (EU) 2018/2001. The main products are maps for 2019 for the territory of Flanders showing the heat demand of the large and small consumers, results at the level of municipalities and the statistical sectors, maps of existing and planned heat networks and finally locations of potential heat supply points. The study was carried out by VITO in cooperation with the distribution system operator Fluvius. The related report can be consulted here: https://www.energiesparen.be/warmtekaart. The heat demand density per municipality expresses the total heat demand per municipality in relation to the length of the paved roads as defined in the GRB Road connections map layer. The heat demand per municipality was achieved by combining the exact heat demand of all small consumers with the exact heat demand of the large consumers connected to the Fluvius net. For the remaining large consumers (from the IMJV report), heat demand was estimated on the basis of the known range. The heat demand has been calculated on the basis of Fluvius gas and electricity consumption data, the gas consumption in the IMJV reporting and by-estimates of the average biomass and fuel oil consumption from the Energy Balance Sheet. In addition, for consumers connected to the Fluvius grid, this map layer also includes municipal figures on electricity consumption, gas consumption, number of EANs for electricity and gas and finally an estimate of the share of households with a fuel oil/biomass installation. For more background information, please refer to the report of the heat map.

Il "Warmtekaart Vlaanderen 2019" è stato incaricato dall'Agenzia fiamminga per l'energia e il clima di attuare la direttiva 2012/27/UE sull'efficienza energetica e la direttiva sulle energie rinnovabili (UE) 2018/2001. I principali prodotti sono le mappe per il 2019 per il territorio delle Fiandre che mostrano la domanda di calore dei grandi consumatori e dei piccoli consumatori, i risultati a livello dei comuni e dei settori statistici, le mappe delle reti di calore esistenti e previste e, infine, l'ubicazione dei potenziali punti di approvvigionamento di calore. Lo studio è stato condotto da VITO in collaborazione con il gestore del sistema di distribuzione Fluvius. La relazione di accompagnamento può essere consultata qui: https://www.energiesparen.be/warmtekaart La densità della domanda di calore per comune esprime la domanda totale di calore per comune in relazione alla lunghezza delle strade asfaltate quale definita nel livello della mappa Collegamenti stradali del GRB. La domanda di calore per comune è stata creata combinando l'esatta domanda di calore di tutti i piccoli consumatori con l'esatta domanda di calore dei grandi consumatori collegati alla rete Fluvius. Per gli altri grandi consumatori (secondo le relazioni IMJV), la domanda di calore è stata stimata sulla base dell'intervallo noto. La domanda di calore è stata calcolata sulla base dei dati sul consumo di gas e di energia elettrica Fluvius, dei consumi di gas nella comunicazione IMJV e delle stime del consumo medio di biomassa e di olio combustibile dal bilancio energetico. Inoltre, per i consumatori collegati alla rete Fluvius, questo livello di mappa comprende anche i dati comunali sul consumo di energia elettrica, il consumo di gas, il numero di EAN per l'elettricità e il gas e, infine, una stima della quota di famiglie con un impianto ad olio combustibile/biomassa. Per ulteriori informazioni di base, fare riferimento alla relazione della mappa termica. Il "Warmtekaart Vlaanderen 2019" è stato incaricato dall'Agenzia fiamminga per l'energia e il clima di attuare la direttiva 2012/27/UE sull'efficienza energetica e la direttiva sulle energie rinnovabili (UE) 2018/2001. I principali prodotti sono le mappe per il 2019 per il territorio delle Fiandre che mostrano la domanda di calore dei grandi consumatori e dei piccoli consumatori, i risultati a livello dei comuni e dei settori statistici, le mappe delle reti di calore esistenti e previste e, infine, l'ubicazione dei potenziali punti di approvvigionamento di calore. Lo studio è stato condotto da VITO in collaborazione con il gestore del sistema di distribuzione Fluvius. La relazione di accompagnamento può essere consultata qui: https://www.energiesparen.be/warmtekaart La densità della domanda di calore per comune esprime la domanda totale di calore per comune in relazione alla lunghezza delle strade asfaltate quale definita nel livello della mappa Collegamenti stradali del GRB. La domanda di calore per comune è stata creata combinando l'esatta domanda di calore di tutti i piccoli consumatori con l'esatta domanda di calore dei grandi consumatori collegati alla rete Fluvius. Per gli altri grandi consumatori (secondo le relazioni IMJV), la domanda di calore è stata stimata sulla base dell'intervallo noto. La domanda di calore è stata calcolata sulla base dei dati sul consumo di gas e di energia elettrica Fluvius, dei consumi di gas nella comunicazione IMJV e delle stime del consumo medio di biomassa e di olio combustibile dal bilancio energetico. Inoltre, per i consumatori collegati alla rete Fluvius, questo livello di mappa comprende anche i dati comunali sul consumo di energia elettrica, il consumo di gas, il numero di EAN per l'elettricità e il gas e, infine, una stima della quota di famiglie con un impianto ad olio combustibile/biomassa. Per ulteriori informazioni di base, fare riferimento alla relazione della mappa termica. Il "Warmtekaart Vlaanderen 2019" è stato incaricato dall'Agenzia fiamminga per l'energia e il clima di attuare la direttiva 2012/27/UE sull'efficienza energetica e la direttiva sulle energie rinnovabili (UE) 2018/2001. I principali prodotti sono le mappe per il 2019 per il territorio delle Fiandre che mostrano la domanda di calore dei grandi consumatori e dei piccoli consumatori, i risultati a livello dei comuni e dei settori statistici, le mappe delle reti di calore esistenti e previste e, infine, l'ubicazione dei potenziali punti di approvvigionamento di calore. Lo studio è stato condotto da VITO in collaborazione con il gestore del sistema di distribuzione Fluvius. La relazione di accompagnamento può essere consultata qui: https://www.energiesparen.be/warmtekaart La densità della domanda di calore per comune esprime la domanda totale di calore per comune in relazione alla lunghezza delle strade asfaltate quale definita nel livello della mappa Collegamenti stradali del GRB. La domanda di calore per comune è stata creata combinando l'esatta domanda di calore di tutti i piccoli consumatori con l'esatta domanda di calore dei grandi consumatori collegati alla rete Fluvius. Per gli altri grandi consumatori (secondo le relazioni IMJV), la domanda di calore è stata stimata sulla base dell'intervallo noto. La domanda di calore è stata calcolata sulla base dei dati sul consumo di gas e di energia elettrica Fluvius, dei consumi di gas nella comunicazione IMJV e delle stime del consumo medio di biomassa e di olio combustibile dal bilancio energetico. Inoltre, per i consumatori collegati alla rete Fluvius, questo livello di mappa comprende anche i dati comunali sul consumo di energia elettrica, il consumo di gas, il numero di EAN per l'elettricità e il gas e, infine, una stima della quota di famiglie con un impianto ad olio combustibile/biomassa. Per ulteriori informazioni di base, fare riferimento alla relazione della mappa termica. Il "Warmtekaart Vlaanderen 2019" è stato incaricato dall'Agenzia fiamminga per l'energia e il clima di attuare la direttiva 2012/27/UE sull'efficienza energetica e la direttiva sulle energie rinnovabili (UE) 2018/2001. I principali prodotti sono le mappe per il 2019 per il territorio delle Fiandre che mostrano la domanda di calore dei grandi consumatori e dei piccoli consumatori, i risultati a livello dei comuni e dei settori statistici, le mappe delle reti di calore esistenti e previste e, infine, l'ubicazione dei potenziali punti di approvvigionamento di calore. Lo studio è stato condotto da VITO in collaborazione con il gestore del sistema di distribuzione Fluvius. La relazione di accompagnamento può essere consultata qui: https://www.energiesparen.be/warmtekaart La densità della domanda di calore per comune esprime la domanda totale di calore per comune in relazione alla lunghezza delle strade asfaltate quale definita nel livello della mappa Collegamenti stradali del GRB. La domanda di calore per comune è stata creata combinando l'esatta domanda di calore di tutti i piccoli consumatori con l'esatta domanda di calore dei grandi consumatori collegati alla rete Fluvius. Per gli altri grandi consumatori (secondo le relazioni IMJV), la domanda di calore è stata stimata sulla base dell'intervallo noto. La domanda di calore è stata calcolata sulla base dei dati sul consumo di gas e di energia elettrica Fluvius, dei consumi di gas nella comunicazione IMJV e delle stime del consumo medio di biomassa e di olio combustibile dal bilancio energetico. Inoltre, per i consumatori collegati alla rete Fluvius, questo livello di mappa comprende anche i dati comunali sul consumo di energia elettrica, il consumo di gas, il numero di EAN per l'elettricità e il gas e, infine, una stima della quota di famiglie con un impianto ad olio combustibile/biomassa. Per ulteriori informazioni di base, fare riferimento alla relazione della mappa termica. Flamanska agencija za energiju i klimu naručila je „Warmtekaart Vlaanderen 2019.” za provedbu Direktive EU-a 2012/27/EU o energetskoj učinkovitosti i Direktive (EU) 2018/2001 o energiji iz obnovljivih izvora. Glavni su proizvodi karte za 2019. za područje Flandrije koje prikazuju potražnju za toplinskom energijom velikih potrošača i malih potrošača, rezultate na razini općina i statističkih sektora, karte postojećih i planiranih toplinskih mreža te konačno lokacije potencijalnih mjesta za opskrbu toplinskom energijom. Ispitivanje je proveo VITO u suradnji s operatorom distribucijskog sustava Fluvius. Priloženo izvješće možete pogledati ovdje: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Gustoća potražnje za toplinskom energijom po općini izražava ukupnu potražnju za toplinskom energijom po općini u odnosu na duljinu asfaltiranih cesta kako je definirano u kartografskom sloju cestovnih veza GRB-a. Potražnja za toplinskom energijom po općini nastala je kombiniranjem točne potražnje za toplinskom energijom svih malih potrošača s točnom potražnjom za toplinskom energijom velikih potrošača priključenih na mrežu Fluvius. Za ostale velike potrošače (iz izvješća IMJV-a) potražnja za toplinom procijenjena je na temelju poznatog raspona. Potražnja za toplinskom energijom izračunana je na temelju podataka o potrošnji plina i električne energije Fluvius, potrošnji plina u IMJV-u i procjenama prosječne potrošnje biomase i loživog ulja iz energetske bilance. Osim toga, za potrošače priključene na mrežu Fluvius taj sloj karte uključuje i općinske podatke o potrošnji električne energije, potrošnji plina, broju EAN-ova za električnu energiju i plin te, naposljetku, procjenu udjela kućanstava s postrojenjem za loživo ulje/biomasu. Više popratnih informacija dostupno je u izvješću o karti topline. Flamanska agencija za energiju i klimu naručila je „Warmtekaart Vlaanderen 2019.” za provedbu Direktive EU-a 2012/27/EU o energetskoj učinkovitosti i Direktive (EU) 2018/2001 o energiji iz obnovljivih izvora. Glavni su proizvodi karte za 2019. za područje Flandrije koje prikazuju potražnju za toplinskom energijom velikih potrošača i malih potrošača, rezultate na razini općina i statističkih sektora, karte postojećih i planiranih toplinskih mreža te konačno lokacije potencijalnih mjesta za opskrbu toplinskom energijom. Ispitivanje je proveo VITO u suradnji s operatorom distribucijskog sustava Fluvius. Priloženo izvješće možete pogledati ovdje: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Gustoća potražnje za toplinskom energijom po općini izražava ukupnu potražnju za toplinskom energijom po općini u odnosu na duljinu asfaltiranih cesta kako je definirano u kartografskom sloju cestovnih veza GRB-a. Potražnja za toplinskom energijom po općini nastala je kombiniranjem točne potražnje za toplinskom energijom svih malih potrošača s točnom potražnjom za toplinskom energijom velikih potrošača priključenih na mrežu Fluvius. Za ostale velike potrošače (iz izvješća IMJV-a) potražnja za toplinom procijenjena je na temelju poznatog raspona. Potražnja za toplinskom energijom izračunana je na temelju podataka o potrošnji plina i električne energije Fluvius, potrošnji plina u IMJV-u i procjenama prosječne potrošnje biomase i loživog ulja iz energetske bilance. Osim toga, za potrošače priključene na mrežu Fluvius taj sloj karte uključuje i općinske podatke o potrošnji električne energije, potrošnji plina, broju EAN-ova za električnu energiju i plin te, naposljetku, procjenu udjela kućanstava s postrojenjem za loživo ulje/biomasu. Više popratnih informacija dostupno je u izvješću o karti topline. Flamanska agencija za energiju i klimu naručila je „Warmtekaart Vlaanderen 2019.” za provedbu Direktive EU-a 2012/27/EU o energetskoj učinkovitosti i Direktive (EU) 2018/2001 o energiji iz obnovljivih izvora. Glavni su proizvodi karte za 2019. za područje Flandrije koje prikazuju potražnju za toplinskom energijom velikih potrošača i malih potrošača, rezultate na razini općina i statističkih sektora, karte postojećih i planiranih toplinskih mreža te konačno lokacije potencijalnih mjesta za opskrbu toplinskom energijom. Ispitivanje je proveo VITO u suradnji s operatorom distribucijskog sustava Fluvius. Priloženo izvješće možete pogledati ovdje: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Gustoća potražnje za toplinskom energijom po općini izražava ukupnu potražnju za toplinskom energijom po općini u odnosu na duljinu asfaltiranih cesta kako je definirano u kartografskom sloju cestovnih veza GRB-a. Potražnja za toplinskom energijom po općini nastala je kombiniranjem točne potražnje za toplinskom energijom svih malih potrošača s točnom potražnjom za toplinskom energijom velikih potrošača priključenih na mrežu Fluvius. Za ostale velike potrošače (iz izvješća IMJV-a) potražnja za toplinom procijenjena je na temelju poznatog raspona. Potražnja za toplinskom energijom izračunana je na temelju podataka o potrošnji plina i električne energije Fluvius, potrošnji plina u IMJV-u i procjenama prosječne potrošnje biomase i loživog ulja iz energetske bilance. Osim toga, za potrošače priključene na mrežu Fluvius taj sloj karte uključuje i općinske podatke o potrošnji električne energije, potrošnji plina, broju EAN-ova za električnu energiju i plin te, naposljetku, procjenu udjela kućanstava s postrojenjem za loživo ulje/biomasu. Više popratnih informacija dostupno je u izvješću o karti topline. Flamanska agencija za energiju i klimu naručila je „Warmtekaart Vlaanderen 2019.” za provedbu Direktive EU-a 2012/27/EU o energetskoj učinkovitosti i Direktive (EU) 2018/2001 o energiji iz obnovljivih izvora. Glavni su proizvodi karte za 2019. za područje Flandrije koje prikazuju potražnju za toplinskom energijom velikih potrošača i malih potrošača, rezultate na razini općina i statističkih sektora, karte postojećih i planiranih toplinskih mreža te konačno lokacije potencijalnih mjesta za opskrbu toplinskom energijom. Ispitivanje je proveo VITO u suradnji s operatorom distribucijskog sustava Fluvius. Priloženo izvješće možete pogledati ovdje: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Gustoća potražnje za toplinskom energijom po općini izražava ukupnu potražnju za toplinskom energijom po općini u odnosu na duljinu asfaltiranih cesta kako je definirano u kartografskom sloju cestovnih veza GRB-a. Potražnja za toplinskom energijom po općini nastala je kombiniranjem točne potražnje za toplinskom energijom svih malih potrošača s točnom potražnjom za toplinskom energijom velikih potrošača priključenih na mrežu Fluvius. Za ostale velike potrošače (iz izvješća IMJV-a) potražnja za toplinom procijenjena je na temelju poznatog raspona. Potražnja za toplinskom energijom izračunana je na temelju podataka o potrošnji plina i električne energije Fluvius, potrošnji plina u IMJV-u i procjenama prosječne potrošnje biomase i loživog ulja iz energetske bilance. Osim toga, za potrošače priključene na mrežu Fluvius taj sloj karte uključuje i općinske podatke o potrošnji električne energije, potrošnji plina, broju EAN-ova za električnu energiju i plin te, naposljetku, procjenu udjela kućanstava s postrojenjem za loživo ulje/biomasu. Više popratnih informacija dostupno je u izvješću o karti topline. A Flemish Energy and Climate Agency megbízásából a „Warmtekaart Vlaanderen 2019” az energiahatékonyságról szóló 2012/27/EU uniós irányelv és a megújuló energiáról szóló (EU) 2018/2001 irányelv végrehajtása céljából jött létre. A főbb termékek Flandria területére vonatkozó 2019. évi térképek, amelyek bemutatják a nagy fogyasztók és a kisfogyasztók hőigényét, az önkormányzatok és a statisztikai ágazatok szintjén elért eredményeket, a meglévő és tervezett hőhálózatok térképeit és végül a potenciális hőellátási pontok elhelyezkedését. A VITO a Fluvius elosztórendszer-üzemeltetővel együttműködve végezte el a vizsgálatot. A kísérő jelentést itt tekintheti meg: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Az önkormányzatonkénti hőigény sűrűsége az önkormányzatonkénti teljes hőigényt fejezi ki a GRB térképrétegében meghatározott burkolt utak hosszához viszonyítva. Az önkormányzatonkénti hőigényt úgy hozták létre, hogy az összes kisfogyasztó pontos hőigényét összekapcsolták a Fluvius hálózathoz csatlakozó nagyfogyasztók pontos hőigényével. A többi nagy fogyasztó esetében (az IMJV jelentéséből) a hőigényt az ismert tartomány alapján becsülték meg. A hőigényt a Fluvius gáz- és villamosenergia-fogyasztási adatok, az IMJV-jelentésben szereplő gázfogyasztás, valamint az energiamérlegből származó átlagos biomassza- és fűtőolaj-fogyasztás becslései alapján számították ki. Ezenkívül a Fluvius hálózathoz csatlakozó fogyasztók esetében ez a térképréteg magában foglalja a villamosenergia-fogyasztásra, a gázfogyasztásra, a villamosenergia- és gázipari EAN-értékekre vonatkozó önkormányzati számadatokat, és végül a fűtőolajjal/biomassza-erőművel rendelkező háztartások arányának becslését is. További háttérinformációk a hőtérképről készült jelentésben találhatók. A Flemish Energy and Climate Agency megbízásából a „Warmtekaart Vlaanderen 2019” az energiahatékonyságról szóló 2012/27/EU uniós irányelv és a megújuló energiáról szóló (EU) 2018/2001 irányelv végrehajtása céljából jött létre. A főbb termékek Flandria területére vonatkozó 2019. évi térképek, amelyek bemutatják a nagy fogyasztók és a kisfogyasztók hőigényét, az önkormányzatok és a statisztikai ágazatok szintjén elért eredményeket, a meglévő és tervezett hőhálózatok térképeit és végül a potenciális hőellátási pontok elhelyezkedését. A VITO a Fluvius elosztórendszer-üzemeltetővel együttműködve végezte el a vizsgálatot. A kísérő jelentést itt tekintheti meg: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Az önkormányzatonkénti hőigény sűrűsége az önkormányzatonkénti teljes hőigényt fejezi ki a GRB térképrétegében meghatározott burkolt utak hosszához viszonyítva. Az önkormányzatonkénti hőigényt úgy hozták létre, hogy az összes kisfogyasztó pontos hőigényét összekapcsolták a Fluvius hálózathoz csatlakozó nagyfogyasztók pontos hőigényével. A többi nagy fogyasztó esetében (az IMJV jelentéséből) a hőigényt az ismert tartomány alapján becsülték meg. A hőigényt a Fluvius gáz- és villamosenergia-fogyasztási adatok, az IMJV-jelentésben szereplő gázfogyasztás, valamint az energiamérlegből származó átlagos biomassza- és fűtőolaj-fogyasztás becslései alapján számították ki. Ezenkívül a Fluvius hálózathoz csatlakozó fogyasztók esetében ez a térképréteg magában foglalja a villamosenergia-fogyasztásra, a gázfogyasztásra, a villamosenergia- és gázipari EAN-értékekre vonatkozó önkormányzati számadatokat, és végül a fűtőolajjal/biomassza-erőművel rendelkező háztartások arányának becslését is. További háttérinformációk a hőtérképről készült jelentésben találhatók. A Flemish Energy and Climate Agency megbízásából a „Warmtekaart Vlaanderen 2019” az energiahatékonyságról szóló 2012/27/EU uniós irányelv és a megújuló energiáról szóló (EU) 2018/2001 irányelv végrehajtása céljából jött létre. A főbb termékek Flandria területére vonatkozó 2019. évi térképek, amelyek bemutatják a nagy fogyasztók és a kisfogyasztók hőigényét, az önkormányzatok és a statisztikai ágazatok szintjén elért eredményeket, a meglévő és tervezett hőhálózatok térképeit és végül a potenciális hőellátási pontok elhelyezkedését. A VITO a Fluvius elosztórendszer-üzemeltetővel együttműködve végezte el a vizsgálatot. A kísérő jelentést itt tekintheti meg: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Az önkormányzatonkénti hőigény sűrűsége az önkormányzatonkénti teljes hőigényt fejezi ki a GRB térképrétegében meghatározott burkolt utak hosszához viszonyítva. Az önkormányzatonkénti hőigényt úgy hozták létre, hogy az összes kisfogyasztó pontos hőigényét összekapcsolták a Fluvius hálózathoz csatlakozó nagyfogyasztók pontos hőigényével. A többi nagy fogyasztó esetében (az IMJV jelentéséből) a hőigényt az ismert tartomány alapján becsülték meg. A hőigényt a Fluvius gáz- és villamosenergia-fogyasztási adatok, az IMJV-jelentésben szereplő gázfogyasztás, valamint az energiamérlegből származó átlagos biomassza- és fűtőolaj-fogyasztás becslései alapján számították ki. Ezenkívül a Fluvius hálózathoz csatlakozó fogyasztók esetében ez a térképréteg magában foglalja a villamosenergia-fogyasztásra, a gázfogyasztásra, a villamosenergia- és gázipari EAN-értékekre vonatkozó önkormányzati számadatokat, és végül a fűtőolajjal/biomassza-erőművel rendelkező háztartások arányának becslését is. További háttérinformációk a hőtérképről készült jelentésben találhatók. A Flemish Energy and Climate Agency megbízásából a „Warmtekaart Vlaanderen 2019” az energiahatékonyságról szóló 2012/27/EU uniós irányelv és a megújuló energiáról szóló (EU) 2018/2001 irányelv végrehajtása céljából jött létre. A főbb termékek Flandria területére vonatkozó 2019. évi térképek, amelyek bemutatják a nagy fogyasztók és a kisfogyasztók hőigényét, az önkormányzatok és a statisztikai ágazatok szintjén elért eredményeket, a meglévő és tervezett hőhálózatok térképeit és végül a potenciális hőellátási pontok elhelyezkedését. A VITO a Fluvius elosztórendszer-üzemeltetővel együttműködve végezte el a vizsgálatot. A kísérő jelentést itt tekintheti meg: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Az önkormányzatonkénti hőigény sűrűsége az önkormányzatonkénti teljes hőigényt fejezi ki a GRB térképrétegében meghatározott burkolt utak hosszához viszonyítva. Az önkormányzatonkénti hőigényt úgy hozták létre, hogy az összes kisfogyasztó pontos hőigényét összekapcsolták a Fluvius hálózathoz csatlakozó nagyfogyasztók pontos hőigényével. A többi nagy fogyasztó esetében (az IMJV jelentéséből) a hőigényt az ismert tartomány alapján becsülték meg. A hőigényt a Fluvius gáz- és villamosenergia-fogyasztási adatok, az IMJV-jelentésben szereplő gázfogyasztás, valamint az energiamérlegből származó átlagos biomassza- és fűtőolaj-fogyasztás becslései alapján számították ki. Ezenkívül a Fluvius hálózathoz csatlakozó fogyasztók esetében ez a térképréteg magában foglalja a villamosenergia-fogyasztásra, a gázfogyasztásra, a villamosenergia- és gázipari EAN-értékekre vonatkozó önkormányzati számadatokat, és végül a fűtőolajjal/biomassza-erőművel rendelkező háztartások arányának becslését is. További háttérinformációk a hőtérképről készült jelentésben találhatók. Flandrijos energetikos ir klimato agentūra užsakė „Warmtekaart Vlaanderen 2019“ įgyvendinti ES direktyvą 2012/27/ES dėl energijos vartojimo efektyvumo ir Atsinaujinančiųjų išteklių energijos direktyvą (ES) 2018/2001. Pagrindiniai produktai yra 2019 m. Flandrijos teritorijos žemėlapiai, kuriuose parodyta didelių vartotojų ir mažų vartotojų šilumos paklausa, savivaldybių ir statistikos sektorių lygmens rezultatai, esamų ir planuojamų šilumos tinklų žemėlapiai ir galiausiai galimų šilumos tiekimo punktų vietos. Tyrimą atliko VITO, bendradarbiaudama su paskirstymo sistemos operatoriumi Fluvius. Pridedamą ataskaitą galite rasti čia: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Šilumos paklausos tankis savivaldybėje išreiškia bendrą šilumos poreikį vienai savivaldybei, palyginti su asfaltuotų kelių ilgiu, kaip apibrėžta GRB kelio jungčių žemėlapio sluoksnyje. Šilumos paklausa savivaldybėje buvo sukurta derinant tikslią visų smulkių vartotojų šilumos paklausą su tikslia didelių vartotojų, prisijungusių prie Fluvius tinklo, šilumos paklausa. Kitiems dideliems vartotojams (pagal IMJV ataskaitą) šilumos paklausa buvo apskaičiuota remiantis žinomu intervalu. Šilumos poreikis apskaičiuotas remiantis Fluvius dujų ir elektros energijos suvartojimo duomenimis, IMJV ataskaitose nurodytomis dujų sąnaudomis ir vidutinio biomasės bei mazuto suvartojimo iš energijos balanso įverčiais. Be to, prie Fluvius tinklo prisijungusių vartotojų atveju šis žemėlapio lygmuo taip pat apima savivaldybių duomenis apie elektros energijos suvartojimą, dujų suvartojimą, elektros energijos ir dujų EAN skaičių ir galiausiai namų ūkių, turinčių mazuto (biomasės) gamyklą, dalies įvertį. Daugiau bendrosios informacijos rasite šilumos žemėlapio ataskaitoje. Flandrijos energetikos ir klimato agentūra užsakė „Warmtekaart Vlaanderen 2019“ įgyvendinti ES direktyvą 2012/27/ES dėl energijos vartojimo efektyvumo ir Atsinaujinančiųjų išteklių energijos direktyvą (ES) 2018/2001. Pagrindiniai produktai yra 2019 m. Flandrijos teritorijos žemėlapiai, kuriuose parodyta didelių vartotojų ir mažų vartotojų šilumos paklausa, savivaldybių ir statistikos sektorių lygmens rezultatai, esamų ir planuojamų šilumos tinklų žemėlapiai ir galiausiai galimų šilumos tiekimo punktų vietos. Tyrimą atliko VITO, bendradarbiaudama su paskirstymo sistemos operatoriumi Fluvius. Pridedamą ataskaitą galite rasti čia: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Šilumos paklausos tankis savivaldybėje išreiškia bendrą šilumos poreikį vienai savivaldybei, palyginti su asfaltuotų kelių ilgiu, kaip apibrėžta GRB kelio jungčių žemėlapio sluoksnyje. Šilumos paklausa savivaldybėje buvo sukurta derinant tikslią visų smulkių vartotojų šilumos paklausą su tikslia didelių vartotojų, prisijungusių prie Fluvius tinklo, šilumos paklausa. Kitiems dideliems vartotojams (pagal IMJV ataskaitą) šilumos paklausa buvo apskaičiuota remiantis žinomu intervalu. Šilumos poreikis apskaičiuotas remiantis Fluvius dujų ir elektros energijos suvartojimo duomenimis, IMJV ataskaitose nurodytomis dujų sąnaudomis ir vidutinio biomasės bei mazuto suvartojimo iš energijos balanso įverčiais. Be to, prie Fluvius tinklo prisijungusių vartotojų atveju šis žemėlapio lygmuo taip pat apima savivaldybių duomenis apie elektros energijos suvartojimą, dujų suvartojimą, elektros energijos ir dujų EAN skaičių ir galiausiai namų ūkių, turinčių mazuto (biomasės) gamyklą, dalies įvertį. Daugiau bendrosios informacijos rasite šilumos žemėlapio ataskaitoje. Flandrijos energetikos ir klimato agentūra užsakė „Warmtekaart Vlaanderen 2019“ įgyvendinti ES direktyvą 2012/27/ES dėl energijos vartojimo efektyvumo ir Atsinaujinančiųjų išteklių energijos direktyvą (ES) 2018/2001. Pagrindiniai produktai yra 2019 m. Flandrijos teritorijos žemėlapiai, kuriuose parodyta didelių vartotojų ir mažų vartotojų šilumos paklausa, savivaldybių ir statistikos sektorių lygmens rezultatai, esamų ir planuojamų šilumos tinklų žemėlapiai ir galiausiai galimų šilumos tiekimo punktų vietos. Tyrimą atliko VITO, bendradarbiaudama su paskirstymo sistemos operatoriumi Fluvius. Pridedamą ataskaitą galite rasti čia: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Šilumos paklausos tankis savivaldybėje išreiškia bendrą šilumos poreikį vienai savivaldybei, palyginti su asfaltuotų kelių ilgiu, kaip apibrėžta GRB kelio jungčių žemėlapio sluoksnyje. Šilumos paklausa savivaldybėje buvo sukurta derinant tikslią visų smulkių vartotojų šilumos paklausą su tikslia didelių vartotojų, prisijungusių prie Fluvius tinklo, šilumos paklausa. Kitiems dideliems vartotojams (pagal IMJV ataskaitą) šilumos paklausa buvo apskaičiuota remiantis žinomu intervalu. Šilumos poreikis apskaičiuotas remiantis Fluvius dujų ir elektros energijos suvartojimo duomenimis, IMJV ataskaitose nurodytomis dujų sąnaudomis ir vidutinio biomasės bei mazuto suvartojimo iš energijos balanso įverčiais. Be to, prie Fluvius tinklo prisijungusių vartotojų atveju šis žemėlapio lygmuo taip pat apima savivaldybių duomenis apie elektros energijos suvartojimą, dujų suvartojimą, elektros energijos ir dujų EAN skaičių ir galiausiai namų ūkių, turinčių mazuto (biomasės) gamyklą, dalies įvertį. Daugiau bendrosios informacijos rasite šilumos žemėlapio ataskaitoje. Flandrijos energetikos ir klimato agentūra užsakė „Warmtekaart Vlaanderen 2019“ įgyvendinti ES direktyvą 2012/27/ES dėl energijos vartojimo efektyvumo ir Atsinaujinančiųjų išteklių energijos direktyvą (ES) 2018/2001. Pagrindiniai produktai yra 2019 m. Flandrijos teritorijos žemėlapiai, kuriuose parodyta didelių vartotojų ir mažų vartotojų šilumos paklausa, savivaldybių ir statistikos sektorių lygmens rezultatai, esamų ir planuojamų šilumos tinklų žemėlapiai ir galiausiai galimų šilumos tiekimo punktų vietos. Tyrimą atliko VITO, bendradarbiaudama su paskirstymo sistemos operatoriumi Fluvius. Pridedamą ataskaitą galite rasti čia: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Šilumos paklausos tankis savivaldybėje išreiškia bendrą šilumos poreikį vienai savivaldybei, palyginti su asfaltuotų kelių ilgiu, kaip apibrėžta GRB kelio jungčių žemėlapio sluoksnyje. Šilumos paklausa savivaldybėje buvo sukurta derinant tikslią visų smulkių vartotojų šilumos paklausą su tikslia didelių vartotojų, prisijungusių prie Fluvius tinklo, šilumos paklausa. Kitiems dideliems vartotojams (pagal IMJV ataskaitą) šilumos paklausa buvo apskaičiuota remiantis žinomu intervalu. Šilumos poreikis apskaičiuotas remiantis Fluvius dujų ir elektros energijos suvartojimo duomenimis, IMJV ataskaitose nurodytomis dujų sąnaudomis ir vidutinio biomasės bei mazuto suvartojimo iš energijos balanso įverčiais. Be to, prie Fluvius tinklo prisijungusių vartotojų atveju šis žemėlapio lygmuo taip pat apima savivaldybių duomenis apie elektros energijos suvartojimą, dujų suvartojimą, elektros energijos ir dujų EAN skaičių ir galiausiai namų ūkių, turinčių mazuto (biomasės) gamyklą, dalies įvertį. Daugiau bendrosios informacijos rasite šilumos žemėlapio ataskaitoje. “Warmtekaart Vlaanderen 2019” pasūtīja Flandrijas Enerģētikas un klimata aģentūra, lai īstenotu ES Direktīvu 2012/27/ES par energoefektivitāti un Atjaunojamo energoresursu direktīvu (ES) 2018/2001. Galvenie produkti ir 2019. gada kartes Flandrijas teritorijai, kurās parādīts lielo patērētāju un mazo patērētāju siltuma pieprasījums, rezultāti pašvaldību un statistikas nozaru līmenī, esošo un plānoto siltumtīklu kartes un, visbeidzot, potenciālo siltumapgādes punktu atrašanās vietas. Pētījumu veica VITO sadarbībā ar sadales sistēmas operatoru Fluvius. Pievienoto ziņojumu varat skatīt šeit: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Siltuma pieprasījuma blīvums vienā pašvaldībā izsaka kopējo siltuma pieprasījumu pašvaldībā attiecībā pret bruģēto ceļu garumu, kā noteikts GRB kartes slāņa autoceļu savienojumos. Siltuma pieprasījums katrā pašvaldībā tika radīts, apvienojot visu mazo patērētāju precīzu siltuma pieprasījumu ar Fluvius tīklam pieslēgto lielo patērētāju precīzu siltuma pieprasījumu. Pārējiem lielajiem patērētājiem (no IMJV ziņojuma) siltuma pieprasījums tika aplēsts, pamatojoties uz zināmo diapazonu. Siltuma pieprasījums aprēķināts, pamatojoties uz Fluvius gāzes un elektroenerģijas patēriņa datiem, gāzes patēriņu IMJV ziņojumā un vidējā biomasas un degvieleļļas patēriņa aplēsēm no Enerģijas bilances. Turklāt attiecībā uz patērētājiem, kas pieslēgti Fluvius tīklam, šis kartes slānis ietver arī pašvaldību datus par elektroenerģijas patēriņu, gāzes patēriņu, EAN skaitu elektroenerģijai un gāzei un, visbeidzot, aplēsi par to mājsaimniecību īpatsvaru, kurās ir degvieleļļas/biomasas ražotne. Lai iegūtu papildinformāciju, lūdzu, skatiet siltuma kartes ziņojumu. “Warmtekaart Vlaanderen 2019” pasūtīja Flandrijas Enerģētikas un klimata aģentūra, lai īstenotu ES Direktīvu 2012/27/ES par energoefektivitāti un Atjaunojamo energoresursu direktīvu (ES) 2018/2001. Galvenie produkti ir 2019. gada kartes Flandrijas teritorijai, kurās parādīts lielo patērētāju un mazo patērētāju siltuma pieprasījums, rezultāti pašvaldību un statistikas nozaru līmenī, esošo un plānoto siltumtīklu kartes un, visbeidzot, potenciālo siltumapgādes punktu atrašanās vietas. Pētījumu veica VITO sadarbībā ar sadales sistēmas operatoru Fluvius. Pievienoto ziņojumu varat skatīt šeit: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Siltuma pieprasījuma blīvums vienā pašvaldībā izsaka kopējo siltuma pieprasījumu pašvaldībā attiecībā pret bruģēto ceļu garumu, kā noteikts GRB kartes slāņa autoceļu savienojumos. Siltuma pieprasījums katrā pašvaldībā tika radīts, apvienojot visu mazo patērētāju precīzu siltuma pieprasījumu ar Fluvius tīklam pieslēgto lielo patērētāju precīzu siltuma pieprasījumu. Pārējiem lielajiem patērētājiem (no IMJV ziņojuma) siltuma pieprasījums tika aplēsts, pamatojoties uz zināmo diapazonu. Siltuma pieprasījums aprēķināts, pamatojoties uz Fluvius gāzes un elektroenerģijas patēriņa datiem, gāzes patēriņu IMJV ziņojumā un vidējā biomasas un degvieleļļas patēriņa aplēsēm no Enerģijas bilances. Turklāt attiecībā uz patērētājiem, kas pieslēgti Fluvius tīklam, šis kartes slānis ietver arī pašvaldību datus par elektroenerģijas patēriņu, gāzes patēriņu, EAN skaitu elektroenerģijai un gāzei un, visbeidzot, aplēsi par to mājsaimniecību īpatsvaru, kurās ir degvieleļļas/biomasas ražotne. Lai iegūtu papildinformāciju, lūdzu, skatiet siltuma kartes ziņojumu. “Warmtekaart Vlaanderen 2019” pasūtīja Flandrijas Enerģētikas un klimata aģentūra, lai īstenotu ES Direktīvu 2012/27/ES par energoefektivitāti un Atjaunojamo energoresursu direktīvu (ES) 2018/2001. Galvenie produkti ir 2019. gada kartes Flandrijas teritorijai, kurās parādīts lielo patērētāju un mazo patērētāju siltuma pieprasījums, rezultāti pašvaldību un statistikas nozaru līmenī, esošo un plānoto siltumtīklu kartes un, visbeidzot, potenciālo siltumapgādes punktu atrašanās vietas. Pētījumu veica VITO sadarbībā ar sadales sistēmas operatoru Fluvius. Pievienoto ziņojumu varat skatīt šeit: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Siltuma pieprasījuma blīvums vienā pašvaldībā izsaka kopējo siltuma pieprasījumu pašvaldībā attiecībā pret bruģēto ceļu garumu, kā noteikts GRB kartes slāņa autoceļu savienojumos. Siltuma pieprasījums katrā pašvaldībā tika radīts, apvienojot visu mazo patērētāju precīzu siltuma pieprasījumu ar Fluvius tīklam pieslēgto lielo patērētāju precīzu siltuma pieprasījumu. Pārējiem lielajiem patērētājiem (no IMJV ziņojuma) siltuma pieprasījums tika aplēsts, pamatojoties uz zināmo diapazonu. Siltuma pieprasījums aprēķināts, pamatojoties uz Fluvius gāzes un elektroenerģijas patēriņa datiem, gāzes patēriņu IMJV ziņojumā un vidējā biomasas un degvieleļļas patēriņa aplēsēm no Enerģijas bilances. Turklāt attiecībā uz patērētājiem, kas pieslēgti Fluvius tīklam, šis kartes slānis ietver arī pašvaldību datus par elektroenerģijas patēriņu, gāzes patēriņu, EAN skaitu elektroenerģijai un gāzei un, visbeidzot, aplēsi par to mājsaimniecību īpatsvaru, kurās ir degvieleļļas/biomasas ražotne. Lai iegūtu papildinformāciju, lūdzu, skatiet siltuma kartes ziņojumu. “Warmtekaart Vlaanderen 2019” pasūtīja Flandrijas Enerģētikas un klimata aģentūra, lai īstenotu ES Direktīvu 2012/27/ES par energoefektivitāti un Atjaunojamo energoresursu direktīvu (ES) 2018/2001. Galvenie produkti ir 2019. gada kartes Flandrijas teritorijai, kurās parādīts lielo patērētāju un mazo patērētāju siltuma pieprasījums, rezultāti pašvaldību un statistikas nozaru līmenī, esošo un plānoto siltumtīklu kartes un, visbeidzot, potenciālo siltumapgādes punktu atrašanās vietas. Pētījumu veica VITO sadarbībā ar sadales sistēmas operatoru Fluvius. Pievienoto ziņojumu varat skatīt šeit: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Siltuma pieprasījuma blīvums vienā pašvaldībā izsaka kopējo siltuma pieprasījumu pašvaldībā attiecībā pret bruģēto ceļu garumu, kā noteikts GRB kartes slāņa autoceļu savienojumos. Siltuma pieprasījums katrā pašvaldībā tika radīts, apvienojot visu mazo patērētāju precīzu siltuma pieprasījumu ar Fluvius tīklam pieslēgto lielo patērētāju precīzu siltuma pieprasījumu. Pārējiem lielajiem patērētājiem (no IMJV ziņojuma) siltuma pieprasījums tika aplēsts, pamatojoties uz zināmo diapazonu. Siltuma pieprasījums aprēķināts, pamatojoties uz Fluvius gāzes un elektroenerģijas patēriņa datiem, gāzes patēriņu IMJV ziņojumā un vidējā biomasas un degvieleļļas patēriņa aplēsēm no Enerģijas bilances. Turklāt attiecībā uz patērētājiem, kas pieslēgti Fluvius tīklam, šis kartes slānis ietver arī pašvaldību datus par elektroenerģijas patēriņu, gāzes patēriņu, EAN skaitu elektroenerģijai un gāzei un, visbeidzot, aplēsi par to mājsaimniecību īpatsvaru, kurās ir degvieleļļas/biomasas ražotne. Lai iegūtu papildinformāciju, lūdzu, skatiet siltuma kartes ziņojumu. „Warmtekaart Vlaanderen 2019” a fost însărcinat de Agenția flamandă pentru energie și climă să pună în aplicare Directiva 2012/27/UE privind eficiența energetică și Directiva (UE) 2018/2001 privind energia din surse regenerabile. Principalele produse sunt hărți pentru 2019 pentru teritoriul Flandra, care arată cererea de căldură a marilor consumatori și a consumatorilor mici, rezultate la nivelul municipalităților și al sectoarelor statistice, hărți ale rețelelor de energie termică existente și planificate și, în cele din urmă, amplasamente ale potențialelor puncte de alimentare cu energie termică. Studiul a fost realizat de VITO în cooperare cu operatorul sistemului de distribuție Fluvius. Puteți consulta raportul însoțitor la adresa: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Densitatea cererii de căldură per municipalitate exprimă cererea totală de căldură per municipalitate în raport cu lungimea drumurilor pavate, astfel cum sunt definite în stratul de hartă Conexiuni rutiere ale GRB. Cererea de energie termică per municipalitate a fost creată prin combinarea cererii exacte de căldură a tuturor micilor consumatori cu cererea exactă de căldură a marilor consumatori conectați la rețeaua Fluvius. Pentru ceilalți mari consumatori (din raportarea IMJV), cererea de căldură a fost estimată pe baza intervalului cunoscut. Cererea de energie termică a fost calculată pe baza datelor privind consumul de gaz Fluvius și a consumului de energie electrică, a consumului de gaze din raportarea IMJV și a estimărilor consumului mediu de biomasă și păcură din bilanțul energetic. În plus, pentru consumatorii conectați la rețeaua Fluvius, acest strat de hartă include, de asemenea, cifrele municipale privind consumul de energie electrică, consumul de gaze, numărul de EAN pentru energie electrică și gaz și, în cele din urmă, o estimare a ponderii gospodăriilor cu o instalație de păcură/biomasă. Pentru mai multe informații generale, vă rugăm să consultați raportul hărții de căldură. „Warmtekaart Vlaanderen 2019” a fost însărcinat de Agenția flamandă pentru energie și climă să pună în aplicare Directiva 2012/27/UE privind eficiența energetică și Directiva (UE) 2018/2001 privind energia din surse regenerabile. Principalele produse sunt hărți pentru 2019 pentru teritoriul Flandra, care arată cererea de căldură a marilor consumatori și a consumatorilor mici, rezultate la nivelul municipalităților și al sectoarelor statistice, hărți ale rețelelor de energie termică existente și planificate și, în cele din urmă, amplasamente ale potențialelor puncte de alimentare cu energie termică. Studiul a fost realizat de VITO în cooperare cu operatorul sistemului de distribuție Fluvius. Puteți consulta raportul însoțitor la adresa: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Densitatea cererii de căldură per municipalitate exprimă cererea totală de căldură per municipalitate în raport cu lungimea drumurilor pavate, astfel cum sunt definite în stratul de hartă Conexiuni rutiere ale GRB. Cererea de energie termică per municipalitate a fost creată prin combinarea cererii exacte de căldură a tuturor micilor consumatori cu cererea exactă de căldură a marilor consumatori conectați la rețeaua Fluvius. Pentru ceilalți mari consumatori (din raportarea IMJV), cererea de căldură a fost estimată pe baza intervalului cunoscut. Cererea de energie termică a fost calculată pe baza datelor privind consumul de gaz Fluvius și a consumului de energie electrică, a consumului de gaze din raportarea IMJV și a estimărilor consumului mediu de biomasă și păcură din bilanțul energetic. În plus, pentru consumatorii conectați la rețeaua Fluvius, acest strat de hartă include, de asemenea, cifrele municipale privind consumul de energie electrică, consumul de gaze, numărul de EAN pentru energie electrică și gaz și, în cele din urmă, o estimare a ponderii gospodăriilor cu o instalație de păcură/biomasă. Pentru mai multe informații generale, vă rugăm să consultați raportul hărții de căldură. „Warmtekaart Vlaanderen 2019” a fost însărcinat de Agenția flamandă pentru energie și climă să pună în aplicare Directiva 2012/27/UE privind eficiența energetică și Directiva (UE) 2018/2001 privind energia din surse regenerabile. Principalele produse sunt hărți pentru 2019 pentru teritoriul Flandra, care arată cererea de căldură a marilor consumatori și a consumatorilor mici, rezultate la nivelul municipalităților și al sectoarelor statistice, hărți ale rețelelor de energie termică existente și planificate și, în cele din urmă, amplasamente ale potențialelor puncte de alimentare cu energie termică. Studiul a fost realizat de VITO în cooperare cu operatorul sistemului de distribuție Fluvius. Puteți consulta raportul însoțitor la adresa: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Densitatea cererii de căldură per municipalitate exprimă cererea totală de căldură per municipalitate în raport cu lungimea drumurilor pavate, astfel cum sunt definite în stratul de hartă Conexiuni rutiere ale GRB. Cererea de energie termică per municipalitate a fost creată prin combinarea cererii exacte de căldură a tuturor micilor consumatori cu cererea exactă de căldură a marilor consumatori conectați la rețeaua Fluvius. Pentru ceilalți mari consumatori (din raportarea IMJV), cererea de căldură a fost estimată pe baza intervalului cunoscut. Cererea de energie termică a fost calculată pe baza datelor privind consumul de gaz Fluvius și a consumului de energie electrică, a consumului de gaze din raportarea IMJV și a estimărilor consumului mediu de biomasă și păcură din bilanțul energetic. În plus, pentru consumatorii conectați la rețeaua Fluvius, acest strat de hartă include, de asemenea, cifrele municipale privind consumul de energie electrică, consumul de gaze, numărul de EAN pentru energie electrică și gaz și, în cele din urmă, o estimare a ponderii gospodăriilor cu o instalație de păcură/biomasă. Pentru mai multe informații generale, vă rugăm să consultați raportul hărții de căldură. A «Warmtekaart Vlaanderen 2019» foi encomendada pela Agência Flamenga da Energia e do Clima para aplicar a Diretiva 2012/27/UE da UE relativa à eficiência energética e a Diretiva Energias Renováveis (UE) 2018/2001. Os principais produtos são mapas para 2019 para o território da Flandres, mostrando a procura de calor dos grandes consumidores e dos pequenos consumidores, os resultados a nível dos municípios e dos setores estatísticos, os mapas das redes de calor existentes e planeadas e, por último, a localização dos potenciais pontos de abastecimento de calor. O estudo foi realizado pela VITO em cooperação com o operador da rede de distribuição Fluvius. Pode consultar o relatório que o acompanha aqui: https://www.energiesparen.be/warmtekaart A densidade da procura de calor por concelho expressa a procura total de calor por concelho em relação ao comprimento das estradas pavimentadas, tal como definido na camada de mapas Ligações rodoviárias do GRB. A procura de calor por município foi criada combinando a procura exata de calor de todos os pequenos consumidores com a procura exata de calor dos grandes consumidores ligados à rede Fluvius. Para os outros grandes consumidores (a partir do relatório IMJV), a procura de calor foi estimada com base na gama conhecida. A procura de calor foi calculada com base nos dados relativos ao consumo de gás e eletricidade Fluvius, nos consumos de gás no relatório IMJV e nas estimativas do consumo médio de biomassa e de fuelóleo a partir do Balanço Energético. Além disso, para os consumidores ligados à rede Fluvius, esta camada de mapa inclui também dados municipais sobre o consumo de eletricidade, o consumo de gás, o número de EAN para a eletricidade e o gás e, por último, uma estimativa da percentagem de agregados familiares com uma central de fuelóleo/biomassa. Para mais informações, consulte o relatório do mapa de calor. A «Warmtekaart Vlaanderen 2019» foi encomendada pela Agência Flamenga da Energia e do Clima para aplicar a Diretiva 2012/27/UE da UE relativa à eficiência energética e a Diretiva Energias Renováveis (UE) 2018/2001. Os principais produtos são mapas para 2019 para o território da Flandres, mostrando a procura de calor dos grandes consumidores e dos pequenos consumidores, os resultados a nível dos municípios e dos setores estatísticos, os mapas das redes de calor existentes e planeadas e, por último, a localização dos potenciais pontos de abastecimento de calor. O estudo foi realizado pela VITO em cooperação com o operador da rede de distribuição Fluvius. Pode consultar o relatório que o acompanha aqui: https://www.energiesparen.be/warmtekaart A densidade da procura de calor por concelho expressa a procura total de calor por concelho em relação ao comprimento das estradas pavimentadas, tal como definido na camada de mapas Ligações rodoviárias do GRB. A procura de calor por município foi criada combinando a procura exata de calor de todos os pequenos consumidores com a procura exata de calor dos grandes consumidores ligados à rede Fluvius. Para os outros grandes consumidores (a partir do relatório IMJV), a procura de calor foi estimada com base na gama conhecida. A procura de calor foi calculada com base nos dados relativos ao consumo de gás e eletricidade Fluvius, nos consumos de gás no relatório IMJV e nas estimativas do consumo médio de biomassa e de fuelóleo a partir do Balanço Energético. Além disso, para os consumidores ligados à rede Fluvius, esta camada de mapa inclui também dados municipais sobre o consumo de eletricidade, o consumo de gás, o número de EAN para a eletricidade e o gás e, por último, uma estimativa da percentagem de agregados familiares com uma central de fuelóleo/biomassa. Para mais informações, consulte o relatório do mapa de calor. A «Warmtekaart Vlaanderen 2019» foi encomendada pela Agência Flamenga da Energia e do Clima para aplicar a Diretiva 2012/27/UE da UE relativa à eficiência energética e a Diretiva Energias Renováveis (UE) 2018/2001. Os principais produtos são mapas para 2019 para o território da Flandres, mostrando a procura de calor dos grandes consumidores e dos pequenos consumidores, os resultados a nível dos municípios e dos setores estatísticos, os mapas das redes de calor existentes e planeadas e, por último, a localização dos potenciais pontos de abastecimento de calor. O estudo foi realizado pela VITO em cooperação com o operador da rede de distribuição Fluvius. Pode consultar o relatório que o acompanha aqui: https://www.energiesparen.be/warmtekaart A densidade da procura de calor por concelho expressa a procura total de calor por concelho em relação ao comprimento das estradas pavimentadas, tal como definido na camada de mapas Ligações rodoviárias do GRB. A procura de calor por município foi criada combinando a procura exata de calor de todos os pequenos consumidores com a procura exata de calor dos grandes consumidores ligados à rede Fluvius. Para os outros grandes consumidores (a partir do relatório IMJV), a procura de calor foi estimada com base na gama conhecida. A procura de calor foi calculada com base nos dados relativos ao consumo de gás e eletricidade Fluvius, nos consumos de gás no relatório IMJV e nas estimativas do consumo médio de biomassa e de fuelóleo a partir do Balanço Energético. Além disso, para os consumidores ligados à rede Fluvius, esta camada de mapa inclui também dados municipais sobre o consumo de eletricidade, o consumo de gás, o número de EAN para a eletricidade e o gás e, por último, uma estimativa da percentagem de agregados familiares com uma central de fuelóleo/biomassa. Para mais informações, consulte o relatório do mapa de calor. Flamandzka Agencja ds. Energii i Klimatu zleciła „Warmtekaart Vlaanderen 2019” wdrożenie dyrektywy UE 2012/27/UE w sprawie efektywności energetycznej i dyrektywy w sprawie odnawialnych źródeł energii (UE) 2018/2001. Głównymi produktami są mapy na 2019 r. dla terytorium Flandrii pokazujące zapotrzebowanie dużych konsumentów i małych konsumentów na ciepło, wyniki na poziomie gmin i sektorów statystycznych, mapy istniejących i planowanych sieci ciepłowniczych oraz wreszcie lokalizacje potencjalnych punktów zaopatrzenia w ciepło. Badanie zostało przeprowadzone przez VITO we współpracy z operatorem systemu dystrybucyjnego Fluvius. Sprawozdanie towarzyszące można znaleźć tutaj: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Gęstość zapotrzebowania na ciepło na gminę wyraża całkowite zapotrzebowanie na ciepło na gminę w stosunku do długości utwardzonych dróg określonych w warstwie mapy połączeń drogowych GRB. Zapotrzebowanie na ciepło na gminę powstało poprzez połączenie dokładnego zapotrzebowania na ciepło wszystkich małych konsumentów z dokładnym zapotrzebowaniem na ciepło dużych odbiorców podłączonych do sieci Fluvius. W przypadku pozostałych dużych odbiorców (ze sprawozdań IMJV) zapotrzebowanie na ciepło oszacowano na podstawie znanego zakresu. Zapotrzebowanie na ciepło obliczono na podstawie danych dotyczących zużycia gazu i energii elektrycznej Fluvius, zużycia gazu w raportowaniu IMJV oraz szacunków dotyczących średniego zużycia biomasy i oleju opałowego z bilansu energetycznego. Ponadto w przypadku konsumentów podłączonych do sieci Fluvius warstwa mapy obejmuje również dane gminne dotyczące zużycia energii elektrycznej, zużycia gazu, liczby EAN w odniesieniu do energii elektrycznej i gazu oraz wreszcie oszacowanie udziału gospodarstw domowych w zakładach produkujących olej opałowy/biomasę. Więcej informacji ogólnych można znaleźć w raporcie z mapy ciepła. Flamandzka Agencja ds. Energii i Klimatu zleciła „Warmtekaart Vlaanderen 2019” wdrożenie dyrektywy UE 2012/27/UE w sprawie efektywności energetycznej i dyrektywy w sprawie odnawialnych źródeł energii (UE) 2018/2001. Głównymi produktami są mapy na 2019 r. dla terytorium Flandrii pokazujące zapotrzebowanie dużych konsumentów i małych konsumentów na ciepło, wyniki na poziomie gmin i sektorów statystycznych, mapy istniejących i planowanych sieci ciepłowniczych oraz wreszcie lokalizacje potencjalnych punktów zaopatrzenia w ciepło. Badanie zostało przeprowadzone przez VITO we współpracy z operatorem systemu dystrybucyjnego Fluvius. Sprawozdanie towarzyszące można znaleźć tutaj: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Gęstość zapotrzebowania na ciepło na gminę wyraża całkowite zapotrzebowanie na ciepło na gminę w stosunku do długości utwardzonych dróg określonych w warstwie mapy połączeń drogowych GRB. Zapotrzebowanie na ciepło na gminę powstało poprzez połączenie dokładnego zapotrzebowania na ciepło wszystkich małych konsumentów z dokładnym zapotrzebowaniem na ciepło dużych odbiorców podłączonych do sieci Fluvius. W przypadku pozostałych dużych odbiorców (ze sprawozdań IMJV) zapotrzebowanie na ciepło oszacowano na podstawie znanego zakresu. Zapotrzebowanie na ciepło obliczono na podstawie danych dotyczących zużycia gazu i energii elektrycznej Fluvius, zużycia gazu w raportowaniu IMJV oraz szacunków dotyczących średniego zużycia biomasy i oleju opałowego z bilansu energetycznego. Ponadto w przypadku konsumentów podłączonych do sieci Fluvius warstwa mapy obejmuje również dane gminne dotyczące zużycia energii elektrycznej, zużycia gazu, liczby EAN w odniesieniu do energii elektrycznej i gazu oraz wreszcie oszacowanie udziału gospodarstw domowych w zakładach produkujących olej opałowy/biomasę. Więcej informacji ogólnych można znaleźć w raporcie z mapy ciepła. Flamandzka Agencja ds. Energii i Klimatu zleciła „Warmtekaart Vlaanderen 2019” wdrożenie dyrektywy UE 2012/27/UE w sprawie efektywności energetycznej i dyrektywy w sprawie odnawialnych źródeł energii (UE) 2018/2001. Głównymi produktami są mapy na 2019 r. dla terytorium Flandrii pokazujące zapotrzebowanie dużych konsumentów i małych konsumentów na ciepło, wyniki na poziomie gmin i sektorów statystycznych, mapy istniejących i planowanych sieci ciepłowniczych oraz wreszcie lokalizacje potencjalnych punktów zaopatrzenia w ciepło. Badanie zostało przeprowadzone przez VITO we współpracy z operatorem systemu dystrybucyjnego Fluvius. Sprawozdanie towarzyszące można znaleźć tutaj: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Gęstość zapotrzebowania na ciepło na gminę wyraża całkowite zapotrzebowanie na ciepło na gminę w stosunku do długości utwardzonych dróg określonych w warstwie mapy połączeń drogowych GRB. Zapotrzebowanie na ciepło na gminę powstało poprzez połączenie dokładnego zapotrzebowania na ciepło wszystkich małych konsumentów z dokładnym zapotrzebowaniem na ciepło dużych odbiorców podłączonych do sieci Fluvius. W przypadku pozostałych dużych odbiorców (ze sprawozdań IMJV) zapotrzebowanie na ciepło oszacowano na podstawie znanego zakresu. Zapotrzebowanie na ciepło obliczono na podstawie danych dotyczących zużycia gazu i energii elektrycznej Fluvius, zużycia gazu w raportowaniu IMJV oraz szacunków dotyczących średniego zużycia biomasy i oleju opałowego z bilansu energetycznego. Ponadto w przypadku konsumentów podłączonych do sieci Fluvius warstwa mapy obejmuje również dane gminne dotyczące zużycia energii elektrycznej, zużycia gazu, liczby EAN w odniesieniu do energii elektrycznej i gazu oraz wreszcie oszacowanie udziału gospodarstw domowych w zakładach produkujących olej opałowy/biomasę. Więcej informacji ogólnych można znaleźć w raporcie z mapy ciepła. Flamska agencija za energijo in podnebje je „Warmtekaart Vlaanderen 2019“ pooblastila za izvajanje Direktive 2012/27/EU o energetski učinkovitosti in Direktive (EU) 2018/2001 o energiji iz obnovljivih virov. Glavni proizvodi so zemljevidi za leto 2019 za ozemlje Flandrije, iz katerih je razvidna potreba po toploti velikih odjemalcev in malih odjemalcev, rezultati na ravni občin in statističnih sektorjev, zemljevidi obstoječih in načrtovanih toplotnih omrežij ter končno lokacije potencialnih točk za oskrbo s toploto. Študijo je opravil VITO v sodelovanju z operaterjem distribucijskega sistema Fluvius. Priloženo poročilo je na voljo na spletni strani: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Gostota povpraševanja po toploti na občino izraža skupno potrebo po toploti na občino glede na dolžino tlakovanih cest, kot je opredeljena v kartasti plasti Cestne povezave GRB. Povpraševanje po toploti na občino je bilo ustvarjeno z združevanjem natančnega povpraševanja po toploti vseh malih odjemalcev z natančnim povpraševanjem po toploti velikih odjemalcev, priključenih na omrežje Fluvius. Za druge velike odjemalce (po poročanju IMJV) je bilo povpraševanje po toploti ocenjeno na podlagi znanega razpona. Potreba po toploti je bila izračunana na podlagi podatkov o porabi plina in električne energije Fluvius, porabe plina v poročilu IMJV ter ocen povprečne porabe biomase in kurilnega olja iz energetske bilance. Poleg tega ta karta za odjemalce, priključene na omrežje Fluvius, vključuje tudi občinske podatke o porabi električne energije, porabi plina, številu EAN za električno energijo in plin ter nazadnje oceno deleža gospodinjstev z obratom za kurilno olje/biomasa. Več informacij o ozadju je na voljo v poročilu o toplotni karti. Flamska agencija za energijo in podnebje je „Warmtekaart Vlaanderen 2019“ pooblastila za izvajanje Direktive 2012/27/EU o energetski učinkovitosti in Direktive (EU) 2018/2001 o energiji iz obnovljivih virov. Glavni proizvodi so zemljevidi za leto 2019 za ozemlje Flandrije, iz katerih je razvidna potreba po toploti velikih odjemalcev in malih odjemalcev, rezultati na ravni občin in statističnih sektorjev, zemljevidi obstoječih in načrtovanih toplotnih omrežij ter končno lokacije potencialnih točk za oskrbo s toploto. Študijo je opravil VITO v sodelovanju z operaterjem distribucijskega sistema Fluvius. Priloženo poročilo je na voljo na spletni strani: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Gostota povpraševanja po toploti na občino izraža skupno potrebo po toploti na občino glede na dolžino tlakovanih cest, kot je opredeljena v kartasti plasti Cestne povezave GRB. Povpraševanje po toploti na občino je bilo ustvarjeno z združevanjem natančnega povpraševanja po toploti vseh malih odjemalcev z natančnim povpraševanjem po toploti velikih odjemalcev, priključenih na omrežje Fluvius. Za druge velike odjemalce (po poročanju IMJV) je bilo povpraševanje po toploti ocenjeno na podlagi znanega razpona. Potreba po toploti je bila izračunana na podlagi podatkov o porabi plina in električne energije Fluvius, porabe plina v poročilu IMJV ter ocen povprečne porabe biomase in kurilnega olja iz energetske bilance. Poleg tega ta karta za odjemalce, priključene na omrežje Fluvius, vključuje tudi občinske podatke o porabi električne energije, porabi plina, številu EAN za električno energijo in plin ter nazadnje oceno deleža gospodinjstev z obratom za kurilno olje/biomasa. Več informacij o ozadju je na voljo v poročilu o toplotni karti. Flamska agencija za energijo in podnebje je „Warmtekaart Vlaanderen 2019“ pooblastila za izvajanje Direktive 2012/27/EU o energetski učinkovitosti in Direktive (EU) 2018/2001 o energiji iz obnovljivih virov. Glavni proizvodi so zemljevidi za leto 2019 za ozemlje Flandrije, iz katerih je razvidna potreba po toploti velikih odjemalcev in malih odjemalcev, rezultati na ravni občin in statističnih sektorjev, zemljevidi obstoječih in načrtovanih toplotnih omrežij ter končno lokacije potencialnih točk za oskrbo s toploto. Študijo je opravil VITO v sodelovanju z operaterjem distribucijskega sistema Fluvius. Priloženo poročilo je na voljo na spletni strani: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Gostota povpraševanja po toploti na občino izraža skupno potrebo po toploti na občino glede na dolžino tlakovanih cest, kot je opredeljena v kartasti plasti Cestne povezave GRB. Povpraševanje po toploti na občino je bilo ustvarjeno z združevanjem natančnega povpraševanja po toploti vseh malih odjemalcev z natančnim povpraševanjem po toploti velikih odjemalcev, priključenih na omrežje Fluvius. Za druge velike odjemalce (po poročanju IMJV) je bilo povpraševanje po toploti ocenjeno na podlagi znanega razpona. Potreba po toploti je bila izračunana na podlagi podatkov o porabi plina in električne energije Fluvius, porabe plina v poročilu IMJV ter ocen povprečne porabe biomase in kurilnega olja iz energetske bilance. Poleg tega ta karta za odjemalce, priključene na omrežje Fluvius, vključuje tudi občinske podatke o porabi električne energije, porabi plina, številu EAN za električno energijo in plin ter nazadnje oceno deleža gospodinjstev z obratom za kurilno olje/biomasa. Več informacij o ozadju je na voljo v poročilu o toplotni karti. Warmtekaart Vlaanderen 2019 fick i uppdrag av den flamländska energi- och klimatbyrån att genomföra EU:s direktiv 2012/27/EU om energieffektivitet och direktivet om förnybar energi (EU) 2018/2001. De viktigaste produkterna är kartor för 2019 för Flandern som visar stora konsumenters och små konsumenters efterfrågan på värme, resultat för kommuner och statistiksektorer, kartor över befintliga och planerade värmenät och slutligen lokalisering av potentiella värmeförsörjningspunkter. Studien genomfördes av VITO i samarbete med den systemansvarige för distributionssystemet Fluvius. Du kan läsa den åtföljande rapporten här: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Värmebehovstätheten per kommun uttrycker det totala värmebehovet per kommun i förhållande till längden på de asfalterade vägarna enligt kartskiktet Vägförbindelser i GRB. Värmeefterfrågan per kommun skapades genom att alla små konsumenters exakta värmeefterfrågan kombinerades med den exakta efterfrågan på värme från de stora konsumenter som är anslutna till Fluvius-nätet. För de andra stora konsumenterna (enligt IMJV-rapporteringen) uppskattades efterfrågan på värme på grundval av det kända intervallet. Värmeefterfrågan har beräknats på grundval av uppgifter om förbrukningen av Fluvius gas och el, gasförbrukningen i IMJV-rapporteringen och uppskattningar av den genomsnittliga förbrukningen av biomassa och eldningsolja från energibalansen. För konsumenter som är anslutna till Fluvius-nätet omfattar detta kartskikt också kommunala siffror om elförbrukning, gasförbrukning, antal EAN för el och gas och slutligen en uppskattning av andelen hushåll med en brännolja/biomassaanläggning. För mer bakgrundsinformation, se rapporten på värmekartan. Warmtekaart Vlaanderen 2019 fick i uppdrag av den flamländska energi- och klimatbyrån att genomföra EU:s direktiv 2012/27/EU om energieffektivitet och direktivet om förnybar energi (EU) 2018/2001. De viktigaste produkterna är kartor för 2019 för Flandern som visar stora konsumenters och små konsumenters efterfrågan på värme, resultat för kommuner och statistiksektorer, kartor över befintliga och planerade värmenät och slutligen lokalisering av potentiella värmeförsörjningspunkter. Studien genomfördes av VITO i samarbete med den systemansvarige för distributionssystemet Fluvius. Du kan läsa den åtföljande rapporten här: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Värmebehovstätheten per kommun uttrycker det totala värmebehovet per kommun i förhållande till längden på de asfalterade vägarna enligt kartskiktet Vägförbindelser i GRB. Värmeefterfrågan per kommun skapades genom att alla små konsumenters exakta värmeefterfrågan kombinerades med den exakta efterfrågan på värme från de stora konsumenter som är anslutna till Fluvius-nätet. För de andra stora konsumenterna (enligt IMJV-rapporteringen) uppskattades efterfrågan på värme på grundval av det kända intervallet. Värmeefterfrågan har beräknats på grundval av uppgifter om förbrukningen av Fluvius gas och el, gasförbrukningen i IMJV-rapporteringen och uppskattningar av den genomsnittliga förbrukningen av biomassa och eldningsolja från energibalansen. För konsumenter som är anslutna till Fluvius-nätet omfattar detta kartskikt också kommunala siffror om elförbrukning, gasförbrukning, antal EAN för el och gas och slutligen en uppskattning av andelen hushåll med en brännolja/biomassaanläggning. För mer bakgrundsinformation, se rapporten på värmekartan. Warmtekaart Vlaanderen 2019 fick i uppdrag av den flamländska energi- och klimatbyrån att genomföra EU:s direktiv 2012/27/EU om energieffektivitet och direktivet om förnybar energi (EU) 2018/2001. De viktigaste produkterna är kartor för 2019 för Flandern som visar stora konsumenters och små konsumenters efterfrågan på värme, resultat för kommuner och statistiksektorer, kartor över befintliga och planerade värmenät och slutligen lokalisering av potentiella värmeförsörjningspunkter. Studien genomfördes av VITO i samarbete med den systemansvarige för distributionssystemet Fluvius. Du kan läsa den åtföljande rapporten här: https://www.energiesparen.be/warmtekaart Värmebehovstätheten per kommun uttrycker det totala värmebehovet per kommun i förhållande till längden på de asfalterade vägarna enligt kartskiktet Vägförbindelser i GRB. Värmeefterfrågan per kommun skapades genom att alla små konsumenters exakta värmeefterfrågan kombinerades med den exakta efterfrågan på värme från de stora konsumenter som är anslutna till Fluvius-nätet. För de andra stora konsumenterna (enligt IMJV-rapporteringen) uppskattades efterfrågan på värme på grundval av det kända intervallet. Värmeefterfrågan har beräknats på grundval av uppgifter om förbrukningen av Fluvius gas och el, gasförbrukningen i IMJV-rapporteringen och uppskattningar av den genomsnittliga förbrukningen av biomassa och eldningsolja från energibalansen. För konsumenter som är anslutna till Fluvius-nätet omfattar detta kartskikt också kommunala siffror om elförbrukning, gasförbrukning, antal EAN för el och gas och slutligen en uppskattning av andelen hushåll med en brännolja/biomassaanläggning. För mer bakgrundsinformation, se rapporten på värmekartan.

La couche «vert de proximité» comprend tous les groupes d’espaces verts accessibles au public d’une superficie minimale de 0,2 ha. Cette couche géologique a été obtenue en sélectionnant toutes les «zones vertes» sur la base de la carte d’utilisation des terres (état 2013). Ces espaces verts ont été regroupés de manière algorithmique, sur la base de l’isolement, et des barrières physiques ont également été prises en compte. Par la suite, seules les zones vertes limitrophes d’une voie publique accessible à pied ont été conservées. Sur cette base, cinq couches de grille (résolution 10x10m²) ont été établies dans le cadre desquelles des groupes ont été sélectionnés par niveau de fonction sur la base d’une surface minimale: vert voisin (> 0,2 ha); vert de quartier (> 10 ha); vert suburbain (> 30 ha); vert urbain (> 60 ha); forêt urbaine (> 200 ha). Par conséquent, les groupes sélectionnés dont le niveau de fonction est plus élevé sont toujours un sous-ensemble des groupes sélectionnés d’un niveau de fonction inférieur. Compte tenu de la méthode appliquée, le type de «forêt urbaine» se compose non seulement de forêts, mais de différents types d’espaces verts. De plus amples informations sont disponibles dans le présent document d’information: https://archief-algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/bitstream/handle/acd/768624/Groentypo_2019.pdf la méthode qui y est décrite a été appliquée à la carte d’utilisation du pays, situation 2013. La présence d’espaces verts a une incidence positive sur toute une série d’aspects qui déterminent un environnement de qualité. Il s’agit notamment d’une incidence positive sur la santé physique, mentale et sociale, mais aussi de la biodiversité, de la résilience au changement climatique, de la qualité des paysages, etc. Un cadre de référence flamand courant (introduit dans le MIRA-S 2000) pour évaluer la disponibilité d’espaces verts indique que chaque habitant devrait avoir accès au vert voisin à 400 m au maximum, au vert de quartier à 800 m au maximum, au vert de quartier à 1 600 m au maximum, au vert urbain à 3 200 m et aux forêts urbaines à 5 000 mètres au maximum. Cette couche de données permet, entre autres, de calculer le nombre d’habitants dans une zone donnée qui a accès au vert voisin en tenant compte de la distance maximale indiquée ci-dessus. Strategische geluidsbelastingskaart voor spoorverkeer met meer dan 30 000 trein - of trampassages per jaar volgens RL 2002/49/EG. Het referentiejaar van deze data is 2021. Op de geluidskaart wordt aangegeven aan hoeveel geluid de omgeving wordt blootgesteld. De geluidsbelasting wordt daarbij uitgedrukt in de parameter Lnight. Het Lnight-niveau is het gemiddelde van de geluidsniveaus tijdens de nacht (23-07u) en is één van de geluidindicatoren die representatief zijn voor mogelijke, nachtelijke slaapverstoring. Deze geluidsbelastingskaarten worden geactualiseerd om de 5 jaar. Vanaf de strategische geluidsbelastingskaarten met referentiejaar 2021 werd er een nieuwe rekenmethode gehanteerd. Dit is een nieuwe gezamenlijke Europese rekenmethode die vanaf de karteringsronde met referentiejaar 2021 voor alle lidstaten verplicht is. Omdat deze rekenmethode verschilt van deze die werd toegepast bij eerdere karteringsrondes is het niet aangewezen om de resultaten van referentiejaar 2021 te vergelijken met voorgaande edities (2006, 2011 en 2016). Het valt immers niet uit te sluiten dat verschillen in berekende blootstelling louter te wijten zijn aan de toepassing van deze nieuwe rekenmethode en niet een gevolg zijn van een verhoogde of verminderde blootstelling. Die Karte zeigt die aus dem Weltraum beobachteten nächtlichen Lichtemissionen in Flandern. Der Satelliten Suomi National Polar-orbiting Partnership fliegt nach Mitternacht über Flandern und verfügt über einen sehr sensiblen Sensor (Visible/Infrarotbilder des VIIRS). Es wurden nur Daten verwendet, die keinen Einfluss auf monatliches Licht, Wolken und Schnee haben. Die Mitarbeiter der US NOAA-Erdbeobachtungsgruppe, der National Oceanic and Atmospheric Administration, verarbeiten die Daten in Nachtlichtemissionskarten. Die Karteneinheiten sind Watt/cm²/Steradier. Dies ist die Leistung pro Fläche je Festwinkel. Die Karte zeigt für die Flämische Region den Durchschnittswert der Lichtwellen für das Bezugsjahr 2017. Diese Karte wird auf der Grundlage des Durchschnitts der sechs Monatswerte für April, Mai, Juli, August, September und Oktober erstellt. Der Monat Juni wird nicht berücksichtigt: in diesem Monat gab es 2016 zu wenige Beobachtungen und wird daher von jedem Jahr ausgeschlossen, um die Vergleichbarkeit zu wahren. Wintermonate werden nicht berücksichtigt, um den Einfluss der Winterbedingungen auf die Lichtemissionen auszuschließen. This VLOPS map shows the modelled total presumed deposition (TMD) for goose Flanders (in kg N/ha· year) at 1x1 km². This map was calculated using VLOPS20 (based on OPS4.5.2), the emission figures for NH3 and NOx in 2017 and the meteorological data of 2017. For this map, the results for the total deposition of NHx and NOy were added together with a dissolved organic nitrogen (DON) of 150 mol/(ha· year) or 2.1 kg N/(ha· year).

Το 1996, το Βέλγιο επικύρωσε τη Σύμβαση Παγκόσμιας Κληρονομιάς της UNESCO του 1972. Σκοπός της Σύμβασης είναι η προστασία της πολιτιστικής και φυσικής κληρονομιάς του κόσμου. Η κληρονομιά που αποδεικνύεται από την Εξαιρετική Παγκόσμια Αξία περιλαμβάνεται στον Κατάλογο Παγκόσμιας Κληρονομιάς σύμφωνα με τη Σύμβαση. Η Φλάνδρα έχει τέσσερις αναγνωρίσεις, ιδίως το φλαμανδικό begijnhoven (1998), το Belfry του Βελγίου και της Γαλλίας (1999/2005), το ιστορικό κέντρο της πόλης της Μπριζ (2000) και το μουσείο-prentenkabinet Plantin-Moretus (2005). Τα beguinages και τα καμπαναριά είναι σειριακές υποψηφιότητες και ως εκ τούτου αποτελούνται από διάφορα συστατικά. Συνολικά 40 φλαμανδικές ιδιοκτησίες και 1 πόλη περιλαμβάνονται στον Κατάλογο Παγκόσμιας Κληρονομιάς. Όλα τα κράτη μέλη που κυρώνουν τη Σύμβαση έχουν δεσμευτεί για τη διατήρηση αυτής της κληρονομιάς. Όχι μόνο εντός της οριοθέτησης του ίδιου του Μνημείου Παγκόσμιας Κληρονομιάς, αλλά και εντός της ουδέτερης ζώνης, τα κράτη μέλη μπορούν να λάβουν (ή να περιορίσουν) κατάλληλα μέτρα (διαχείρισης) για τον σκοπό αυτό. Η νεκρή ζώνη χρησιμεύει ως προστασία για τον τόπο της Παγκόσμιας Κληρονομιάς από εξωτερικές απειλές. Είναι μια περιοχή που περιβάλλει ή ενώνει το αναγνωρισμένο Μνημείο Παγκόσμιας Κληρονομιάς και μπορεί να αποτελείται από το άμεσο περιβάλλον του, σημαντική θέα στο χώρο και άλλες περιοχές που σχετίζονται με την υποστήριξη και την προστασία του τόπου. (Επιχειρησιακές κατευθυντήριες γραμμές για τη Σύμβαση για την Παγκόσμια Κληρονομιά, 2013, § 103-107). In 1996, dhaingnigh an Bheilg Coinbhinsiún UNESCO maidir le hOidhreacht Dhomhanda 1972. Is é cuspóir an Choinbhinsiúin oidhreacht chultúrtha agus nádúrtha an domhain a chosaint. Áirítear oidhreacht arna fianú ag Luach Uilíoch Eisceachtúil ar an Liosta Oidhreachta Domhanda de réir an Choinbhinsiúin. Tá ceithre aitheantas ag Flanders, go háirithe begijnhoven Flemish (1998), Belfry na Beilge agus na Fraince (1999/2005), lár chathair stairiúil Bruges (2000) agus an músaem-prentenkabinet Plantin-Moretus (2005). Is iad na beguinages agus belfries ainmniúcháin sraitheach agus dá bhrí sin comhdhéanta de roinnt comhpháirteanna. Tá 40 réadmhaoin Phléimeannach agus cathair amháin liostaithe ar an Liosta Oidhreachta Domhanda. Tá gach Ballstát atá ag daingniú an Choinbhinsiúin tiomanta don oidhreacht sin a chaomhnú. Ní hamháin laistigh de theorannú an tSuímh Oidhreachta Domhanda féin, ach laistigh den chrios maolánach freisin, is féidir leis na Ballstáit bearta (bainistíochta) iomchuí a ghlacadh (nó a theorannú) chun na críche sin. Feidhmíonn an crios maolánach mar chosaint don láithreán Oidhreachta Domhanda i gcoinne bagairtí seachtracha. Is ceantar é a théann timpeall ar an Suíomh Oidhreachta Domhanda aitheanta nó a théann isteach ann agus d’fhéadfadh sé go gcuimseodh sé garthimpeallacht, tuairimí tábhachtacha ar an suíomh agus ar réimsí eile a bhaineann le tacaíocht agus cosaint an tsuímh. (Treoirlínte Oibríochtúla don Choinbhinsiún maidir leis an Oidhreacht Dhomhanda, 2013, § 103-107). Nel 1996 il Belgio ha ratificato la Convenzione del Patrimonio Mondiale dell'UNESCO del 1972. Lo scopo della Convenzione è quello di proteggere il patrimonio culturale e naturale del mondo. Il patrimonio testimoniato da Eccezionale Valore Universale è incluso nella Lista del Patrimonio Mondiale in conformità con la Convenzione. Le Fiandre hanno quattro riconoscimenti, in particolare il begijnhoven fiammingo (1998), il Belfry del Belgio e della Francia (1999/2005), il centro storico di Bruges (2000) e il museo-prentenkabinet Plantin-Moretus (2005). I beghinaggi e i campanili sono nomine seriali e sono quindi costituiti da diversi componenti. Un totale di 40 proprietà fiamminga e 1 città sono elencate nella Lista del Patrimonio Mondiale. Tutti gli Stati membri che ratificano la convenzione si impegnano a preservare tale patrimonio. Non solo all'interno della delimitazione del sito del patrimonio mondiale stesso, ma anche all'interno della zona cuscinetto, gli Stati membri possono adottare (o limitare) misure adeguate (di gestione) a tal fine. La zona cuscinetto funge da protezione per il sito del Patrimonio Mondiale contro le minacce esterne. Si tratta di un'area che circonda o si unisce al sito riconosciuto Patrimonio dell'Umanità e può consistere nei suoi dintorni immediati, punti di vista importanti sul sito e altre aree rilevanti per il supporto e la protezione del sito. (Linee guida operative alla Convenzione del Patrimonio Mondiale, 2013, § 103-107). En 1996, Bélgica ratificó la Convención del Patrimonio Mundial de la UNESCO de 1972. El propósito de la Convención es proteger el patrimonio cultural y natural del mundo. El patrimonio evidenciado por el Valor Universal Excepcional se incluye en la Lista del Patrimonio Mundial de conformidad con la Convención. Flandes cuenta con cuatro reconocimientos, en particular el flamenco begijnhoven (1998), el Belfry de Bélgica y Francia (1999/2005), el centro histórico de Brujas (2000) y el museo-prentenkabinet Plantin-Moretus (2005). Los beguinages y campanarios son nominaciones en serie y, por lo tanto, consisten en varios componentes. Un total de 40 propiedades flamencas y 1 ciudad figuran en la Lista del Patrimonio Mundial. Todos los Estados miembros que ratifiquen la Convención se comprometen a preservar este patrimonio. No solo dentro de la delimitación del propio Sitio del Patrimonio Mundial, sino también dentro de la zona de amortiguación, los Estados miembros pueden adoptar (o limitar) medidas apropiadas (de gestión) con este fin. La zona de amortiguación sirve como protección para el sitio del Patrimonio Mundial contra amenazas externas. Es un área que rodea o se une al reconocido Patrimonio de la Humanidad y puede consistir en su entorno inmediato, vistas importantes sobre el sitio y otras áreas relevantes para el apoyo y protección del sitio. (Directrices Operativas de la Convención del Patrimonio Mundial, 2013, § 103-107). През 1996 г. Белгия ратифицира Конвенцията на ЮНЕСКО за световно наследство от 1972 г. Целта на Конвенцията е да защити културното и природното наследство на света. Наследство, доказано с изключителна универсална стойност, е включено в Списъка на световното наследство в съответствие с Конвенцията. Фландрия има четири признания, по-специално Фламандския begijnhoven (1998 г.), Белфрай на Белгия и Франция (1999/2005 г.), историческия център на Брюж (2000 г.) и музея-prentenkabinet Plantin-Moretus (2005 г.). Плодовете и камбаните са серийни номинации и следователно се състоят от няколко компонента. Общо 40 фламандски имота и 1 град са включени в Списъка на световното наследство. Всички държави членки, ратифициращи Конвенцията, са поели ангажимент за опазване на това наследство. Не само в рамките на определянето на границите на самия обект на световното наследство, но и в рамките на буферната зона, държавите членки могат да предприемат (или да ограничат) подходящи мерки (управление) за тази цел. Буферната зона служи за защита на обекта на световното наследство от външни заплахи. Това е област, която обгражда или се присъединява към признатия обект на световното наследство и може да се състои от непосредствената му околност, важни гледки на обекта и други области, свързани с поддръжката и защитата на обекта. (Оперативни насоки към Конвенцията за световното наследство, 2013 г., § 103—107). În 1996, Belgia a ratificat Convenția Patrimoniului Mondial UNESCO din 1972. Scopul Convenției este de a proteja patrimoniul cultural și natural al lumii. Patrimoniul evidențiat de valoarea universală excepțională este inclus pe lista patrimoniului mondial în conformitate cu Convenția. Flandra are patru recunoașteri, în special begijnhovenul flamand (1998), Belfry din Belgia și Franța (1999/2005), centrul istoric al orașului Bruges (2000) și muzeul-prentenkabinet Plantin-Moretus (2005). Beguinages și clopotnițe sunt nominalizări în serie și, prin urmare, constau din mai multe componente. Un total de 40 de proprietăți flamande și 1 oraș sunt listate pe Lista Patrimoniului Mondial. Toate statele membre care ratifică convenția se angajează să păstreze acest patrimoniu. Nu numai în cadrul delimitării sitului Patrimoniului Mondial în sine, ci și în interiorul zonei tampon, statele membre pot lua (sau limita) măsurile adecvate (de gestionare) în acest scop. Zona tampon servește drept protecție pentru situl Patrimoniului Mondial împotriva amenințărilor externe. Este o zonă care înconjoară sau se alătură sitului recunoscut al Patrimoniului Mondial și poate consta în împrejurimile sale imediate, vederi importante asupra sitului și alte zone relevante pentru susținerea și protecția sitului. (Orientări operaționale la Convenția privind patrimoniul mondial, 2013, § 103-107). Fl-1996, il-Belġju rratifika l-Konvenzjoni dwar il-Patrimonju Dinji tal-UNESCO tal-1972. L-għan tal-Konvenzjoni huwa li tipproteġi l-wirt kulturali u naturali tad-dinja. Il-wirt evidenzjat mill-Valur Universali Eċċezzjonali huwa inkluż fil-Lista tal-Patrimonju Dinji skont il-Konvenzjoni. Il-Fjandri għandha erba’ rikonoxximenti, b’mod partikolari l-Bengijnhoven Fjamming (1998), il-Belfry tal-Belġju u Franza (1999/2005), iċ-ċentru storiku tal-belt ta’ Bruges (2000) u l-mużew-prentenkabinet Plantin-Moretus (2005). Il-beguinages u s-sodda huma nomini f’serje u għalhekk jikkonsistu f’diversi komponenti. Total ta’ 40 proprjetà Fjamminga u belt waħda huma elenkati fil-Lista tal-Patrimonju Dinji. L-Istati Membri kollha li jirratifikaw il-Konvenzjoni huma impenjati li jippreservaw dan il-wirt. Mhux biss fid-delimitazzjoni tas-Sit ta’ Wirt Dinji nnifsu, iżda wkoll fiż-żona ta’ lqugħ, l-Istati Membri jistgħu jieħdu (jew jillimitaw) miżuri (ta’ ġestjoni) xierqa għal dan il-għan. Iż-żona ta’ lqugħ isservi bħala protezzjoni għas-sit ta’ Wirt Dinji kontra theddid estern. Hija żona li ddawwar jew tingħaqad mas-Sit ta’ Wirt Dinji rikonoxxut u tista’ tikkonsisti fil-madwar immedjat tiegħu, fehmiet importanti dwar is-sit u żoni oħra rilevanti għall-appoġġ u l-protezzjoni tas-sit. (Linji Gwida Operattivi għall-Konvenzjoni dwar il-Patrimonju Dinji, 2013, § 103–107). Em 1996, a Bélgica ratificou a Convenção do Património Mundial da UNESCO de 1972. O objetivo da Convenção é proteger o património cultural e natural do mundo. O património evidenciado pelo Valor Universal Excecional está incluído na Lista do Património Mundial, em conformidade com a Convenção. A Flandres tem quatro reconhecimentos, nomeadamente o begijnhoven flamengo (1998), o Belfry da Bélgica e da França (1999/2005), o centro histórico da cidade de Bruges (2000) e o museu Prentenkabinet Plantin-Moretus (2005). Os beguinages e belfries são nomeações em série e, portanto, consistem em vários componentes. Um total de 40 propriedades flamengas e 1 cidade estão listados na Lista do Património Mundial. Todos os Estados-Membros que ratificarem a Convenção estão empenhados em preservar este património. Não só no âmbito da delimitação do próprio Património Mundial, mas também dentro da zona tampão, os Estados-Membros podem tomar (ou limitar) medidas (de gestão) adequadas para o efeito. A zona tampão serve de proteção ao património mundial contra ameaças externas. É uma área que envolve ou se junta ao reconhecido Patrimônio Mundial e pode consistir em seu ambiente imediato, vistas importantes sobre o site e outras áreas relevantes para o apoio e proteção do site. (Diretrizes operacionais para a Convenção do Património Mundial, 2013, § 103-107). W 1996 roku Belgia ratyfikowała Konwencję Światowego Dziedzictwa UNESCO z 1972 roku. Celem Konwencji jest ochrona dziedzictwa kulturowego i przyrodniczego świata. Dziedzictwo potwierdzone wyjątkową powszechną wartością znajduje się na liście światowego dziedzictwa zgodnie z Konwencją. Flandria ma cztery wyróżnienia, w szczególności flamandzki begijnhoven (1998), Belfry Belgii i Francji (1999/2005), historyczne centrum Brugii (2000) i muzeum-prentenkabinet Plantin-Moretus (2005). Beguinages i dzwonnice są nominacjami seryjnymi i dlatego składają się z kilku elementów. Łącznie 40 flamandzkich nieruchomości i 1 miasto są wymienione na liście światowego dziedzictwa. Wszystkie państwa członkowskie ratyfikujące konwencję zobowiązały się do zachowania tego dziedzictwa. W tym celu państwa członkowskie mogą podjąć (lub ograniczyć) odpowiednie środki (zarządzanie) nie tylko w ramach samego obszaru dziedzictwa światowego, ale także w obrębie strefy buforowej. Strefa buforowa służy jako ochrona terenu światowego dziedzictwa przed zagrożeniami zewnętrznymi. Jest to obszar, który otacza lub dołącza do uznanego Światowego Dziedzictwa UNESCO i może składać się z jego najbliższego otoczenia, ważnych widoków na teren i innych obszarów istotnych dla wsparcia i ochrony obiektu. (Wytyczne operacyjne do Konwencji Światowego Dziedzictwa, 2013, § 103-107). 1996-ban Belgium ratifikálta az UNESCO 1972-es Világörökségi Egyezményét. Az egyezmény célja a világ kulturális és természeti örökségének védelme. A rendkívüli egyetemes értékkel alátámasztott örökség az Egyezménnyel összhangban szerepel a világörökségi listán. Flandria négy elismeréssel rendelkezik, különösen a flamand begijnhoven (1998), a Belfry of Belgium és Franciaország (1999/2005), a történelmi városközpont Bruges (2000) és a múzeum-prentenkabinet Plantin-Moretus (2005). A harangok és haranglábak sorozatos jelölések, ezért több összetevőből állnak. Összesen 40 flamand ingatlan és 1 város szerepel a Világörökség listáján. Az egyezményt ratifikáló valamennyi tagállam elkötelezett ezen örökség megőrzése mellett. A tagállamok nemcsak magának a világörökségi helyszínnek a körülhatárolásán belül, hanem a pufferzónán belül is meghozhatják (vagy korlátozhatják) e célból a megfelelő (kezelési) intézkedéseket. A pufferzóna védelmet nyújt a világörökségi helyszín számára a külső fenyegetésekkel szemben. Ez egy olyan terület, amely körülveszi vagy csatlakozik az elismert világörökségi helyszínhez, és állhat annak közvetlen környezetéből, a helyszín fontos nézeteiből és a terület támogatása és védelme szempontjából releváns egyéb területekből. (A Világörökség Egyezmény 2013. évi működési iránymutatásai, 103–107. §).

Tento datový soubor obsahuje digitální vektorovou verzi všech prvků plánu – indikujících typ bodů – regionálních územních realizačních plánů, a to jak v konečném znění, tak ve formátování. Zahrnuty jsou rovněž pozastavení a zničení Státní rady. Prvek plánu je objekt, kterým dotčená vláda na grafickém plánu reflektuje rozsah (části) prostorové možnosti, kterou přijala na základě určitých předpisů územního plánování, pokud to považuje za nutné. Tento objekt lze vždy koncepčně vysledovat zpět k rovině, čáře nebo bodu, ke kterému byl přiřazen určitý symbol legendy. Pro zajištění vazby mezi „místem“ a „úplným souborem předpisů, které se v dané lokalitě uplatňují“, je nutné rozložit plán v některých komplementárních vektorových vrstvách geodat. Tímto způsobem získáváme jasnou vazbu mezi předepsanými texty a jejich doprovodnými prvky plánu. Pravidla spojená s lineárními nebo bodově tvarovanými prvky plánu, na rozdíl od pravidel spojených s rovinami, nemohou nikdy pokrývat základní prvky plánu v tom smyslu, že je nahrazují. V plánu lze přidat předpisy o územním plánování, které se vztahují na oblast, čáru nebo místo, které plánovač nechce určovat geometricky přesné. Jedná se o tzv. indikativní indikace. Existují tři typy indikativních indikací: body, čáry a přetisky. Tento datový soubor obsahuje digitální vektorovou verzi všech prvků plánu – indikujících typ bodů – regionálních územních realizačních plánů, a to jak v konečném znění, tak ve formátování. Zahrnuty jsou rovněž pozastavení a zničení Státní rady. Prvek plánu je objekt, kterým dotčená vláda na grafickém plánu reflektuje rozsah (části) prostorové možnosti, kterou přijala na základě určitých předpisů územního plánování, pokud to považuje za nutné. Tento objekt lze vždy koncepčně vysledovat zpět k rovině, čáře nebo bodu, ke kterému byl přiřazen určitý symbol legendy. Pro zajištění vazby mezi „místem“ a „úplným souborem předpisů, které se v dané lokalitě uplatňují“, je nutné rozložit plán v některých komplementárních vektorových vrstvách geodat. Tímto způsobem získáváme jasnou vazbu mezi předepsanými texty a jejich doprovodnými prvky plánu. Pravidla spojená s lineárními nebo bodově tvarovanými prvky plánu, na rozdíl od pravidel spojených s rovinami, nemohou nikdy pokrývat základní prvky plánu v tom smyslu, že je nahrazují. V plánu lze přidat předpisy o územním plánování, které se vztahují na oblast, čáru nebo místo, které plánovač nechce určovat geometricky přesné. Jedná se o tzv. indikativní indikace. Existují tři typy indikativních indikací: body, čáry a přetisky. This map indicator shows, per ha, the number of households that are well or very well equipped with regional bicycle stand facilities. The map showing the level of ‘basic services per ha’ is divided into 4 categories: medium, limited, good and very well. Only for those areas that are well and very well predicted, the map of households 2013 is used and thus limited to those areas. As a result, households that are under-served or moderately served by regional facilities are not shown. What provisions were taken into account to define the regional facilities can be found in the final report of the research study: Verhout, E., I. Mayeres, L. Poelmans, M. Van der Meulen, M. Vanhulsel, G. Engelen (2016), development opportunities based on node value and proximity facilities. This study was carried out by VITO on behalf of the Department of Space Flanders and published on 29-02-2016. For the determination of (an approximation of) the number of households per ha, see https://www.ruimtelijkeordening.be/NL/Diensten/Onderzoek/Studies/articleType/ArticleView/articleId/8954, the indicator ‘household density per ha’ was used which was created in the following way. The population dataset describes the location and the number of inhabitants per address using a point file. This file (beta-version) was created by the Flanders Information Agency (AIV) from data from the Rijksregister (on the date of 2 March 2013). The locations were determined by geocoding of the addresses based on crab (version 2013). The number of addresses in the dataset was used as a proxy for the number of households. On the basis of the points file of the AIV, the number of households per hectare was initially calculated by summing the number of objects in the address dataset per hectare cell. The largest outliers were removed from the map. For more details on this indicator, see the Spatial Efficiency Indicators Report, which can be found at: https://www.ruimtelijkeordening.be/NL/Diensten/Onderzoek/Studies/articleType/ArticleView/articleId/9077 Dieser Datensatz enthält die digitale Vektorversion aller Planelemente – der Art der indikativen Angabe – der überarbeiteten oder entfernten veralteten Installationsanforderungen gemäß Artikel 7.4.4/1 der VCRO-Verordnung, sowohl die endgültig genehmigte als auch die im Format. Sie umfasst auch die Aussetzung und Zerstörung des Staatsrats. Ein Planelement ist ein Gegenstand, mit dem die betreffende Behörde den Umfang (oder einen Teil) der räumlichen Option darstellt, die sie auf der Grundlage bestimmter städtebaulicher Regelungen zum Grafikplan gewählt hat, wenn sie dies für erforderlich hält. Dieses Objekt ist begrifflich immer auf eine Ebene, eine Linie oder einen Punkt mit einem bestimmten Legendesymbol rückverfolgbar. Um die Verbindung zwischen einem „Standort“ und den „vollständigen Anforderungen an diesem Standort“ zu gewährleisten, ist es erforderlich, einen Plan in einigen ergänzenden Geodatenschichten im Vektorformat zu entwerfen. Dadurch wird eine klare Verbindung zwischen dem Wortlaut der Vorschriften und den damit verbundenen Planungselementen hergestellt. Anforderungen im Zusammenhang mit linearen oder punktförmigen Planelementen können im Gegensatz zu Flugzeugen niemals die zugrunde liegenden Anlagenelemente in dem Sinne abdecken, dass sie sie ersetzen. Ein Plan kann städtebauliche Vorschriften enthalten, die für ein Gebiet, eine Strecke oder einen Standort gelten, das der Urheber des Plans geometrisch nicht genau bestimmen will. Dabei handelt es sich um die so genannten indikativen Hinweise. Es gibt drei Arten von Hinweisen: Punkte, Linien und Übertragungen. Αυτό το σύνολο δεδομένων περιέχει την ψηφιακή διανυσματική έκδοση όλων των στοιχείων του σχεδίου —ενδεικτικά του είδους των σημείων — των περιφερειακών χωροταξικών σχεδίων υλοποίησης, τόσο των τελικών εγκριθέντων όσο και της μορφοποίησης. Περιλαμβάνονται επίσης οι αναστολές και οι καταστροφές του Συμβουλίου της Επικρατείας. Ένα στοιχείο του σχεδίου είναι ένα αντικείμενο με το οποίο η ενδιαφερόμενη κυβέρνηση αντανακλά στο γραφικό σχέδιο το πεδίο εφαρμογής (μέρος) της χωρικής επιλογής που έχει λάβει βάσει ορισμένων πολεοδομικών κανονισμών, εφόσον το κρίνει αναγκαίο. Αυτό το αντικείμενο μπορεί πάντα να ανιχνευθεί εννοιολογικά πίσω σε ένα επίπεδο, γραμμή ή σημείο, στο οποίο έχει εκχωρηθεί ένα συγκεκριμένο σύμβολο θρύλου. Για να εξασφαλιστεί η σύνδεση μεταξύ μιας «τοποθεσίας» και του «πλήρους συνόλου κανονισμών που ισχύουν σε αυτή τη θέση», είναι απαραίτητο να ξεδιπλωθεί ένα σχέδιο σε ορισμένα συμπληρωματικά στρώματα γεωδεδομένων διανυσματικού σχήματος. Με τον τρόπο αυτό, αποκτούμε σαφή σύνδεση μεταξύ των συνταγογραφικών κειμένων και των συνοδευτικών στοιχείων του σχεδίου τους. Οι κανόνες που συνδέονται με γραμμικά ή σημειακά στοιχεία σχεδίου, σε αντίθεση με εκείνους που συνδέονται με τα επίπεδα, δεν μπορούν ποτέ να καλύψουν τα υποκείμενα στοιχεία του σχεδίου με την έννοια ότι τα αντικαθιστούν. Σε ένα σχέδιο, μπορούν να προστεθούν πολεοδομικοί κανονισμοί που ισχύουν για μια περιοχή, γραμμή ή τόπο που ο σχεδιαστής δεν θέλει να καθορίσει γεωμετρικά ακριβείς. Αυτές είναι οι λεγόμενες ενδεικτικές ενδείξεις. Υπάρχουν τρία είδη ενδεικτικών ενδείξεων: σημεία, γραμμές και επιγραφές. Questo set di dati contiene la versione vettoriale digitale di tutti gli elementi del piano — indicativi del tipo di punti — dei piani regionali di attuazione territoriale, sia quelli definitivi approvati che quelli in formattazione. Sono incluse anche le sospensioni e le distruzioni del Consiglio di Stato. Un elemento di piano è un oggetto con il quale il governo interessato riflette sul piano grafico l'ambito di applicazione (parte) dell'opzione territoriale che ha adottato sulla base di determinati regolamenti urbanistici, se lo ritiene necessario. Questo oggetto può sempre essere ricondotto concettualmente a un piano, a una linea o a un punto, a cui è stato assegnato un certo simbolo di leggenda. Per garantire il collegamento tra una "localizzazione" e la "piena serie di regolamenti che si applicano in quella posizione", è necessario svelare un piano in alcuni strati di geodati in formato vettoriale complementare. In questo modo, otteniamo un chiaro legame tra i testi di prescrizione e gli elementi del piano di accompagnamento. Le regole legate a elementi piani lineari o a punta, a differenza di quelle legate ai piani, non possono mai coprire gli elementi di piano sottostanti nel senso che li sostituiscono. In un piano, possono essere aggiunti regolamenti di pianificazione urbana che si applicano a un'area, a una linea o a un luogo che il pianificatore non vuole determinare geometricamente preciso. Queste sono le cosiddette indicazioni indicative. Esistono tre tipi di indicazioni indicative: punti, linee e sovrastampe. Este conjunto de datos contiene la versión vectorial digital de todos los elementos del plan, indicativos del tipo de puntos, de los planes regionales de ejecución territorial, tanto los aprobados como los que están en formato. También se incluyen las suspensiones y destrucciones del Consejo de Estado. Un elemento de plan es un objeto por el cual el gobierno interesado refleja en el plan gráfico el alcance de (parte de) la opción espacial que ha adoptado sobre la base de ciertas regulaciones de planificación urbana, si lo considera necesario. Este objeto siempre puede rastrearse conceptualmente hasta un plano, línea o punto, al que se ha asignado un cierto símbolo de leyenda. Para asegurar el vínculo entre una «ubicación» y el «conjunto completo de regulaciones que se aplican en esa ubicación», es necesario desentrañar un plan en algunas capas de geodatos de formato vectorial complementario. De esta manera, obtenemos un vínculo claro entre los textos de prescripción y sus elementos de plan adjuntos. Las reglas vinculadas a elementos planos lineales o en forma de punto, a diferencia de las vinculadas a los planos, nunca pueden cubrir los elementos del plan subyacentes en el sentido de que los reemplazan. En un plan, se pueden agregar regulaciones de planificación urbana que se aplican a un área, línea o lugar que el planificador no desea determinar geométricamente preciso. Estas son las llamadas indicaciones indicativas. Existen tres tipos de indicaciones indicativas: puntos, líneas y sobreimpresiones. Sa tacar sonraí sin tá an leagan veicteoireach digiteach d’eilimintí uile an phlean — léiriú ar chineál na bpointí — de na pleananna cur chun feidhme spásúla réigiúnacha, idir an leagan críochnaitheach agus na cinn atá san fhormáidiú. Tá fionraí agus scriosadh na Comhairle Stáit san áireamh freisin. Is cuspóir é gné den phlean trína ndéanann an rialtas lena mbaineann machnamh ar an bplean grafach ar raon feidhme (cuid de) an rogha spásúil atá glactha aige ar bhonn rialacháin áirithe maidir le pleanáil uirbeach, má mheasann sé go bhfuil gá leis. Is féidir an réad seo a rianú siar go coincheapúil i gcónaí go dtí eitleán, líne nó pointe, a bhfuil siombail finscéal áirithe sannta dó. Chun a chinntiú go bhfuil an nasc idir “suíomh” agus an “tacar iomlán de rialacháin a bhfuil feidhm acu sa suíomh sin”, is gá plean a unravel i roinnt sraitheanna geodata veicteoir-format comhlántach. Ar an mbealach seo, faighimid nasc soiléir idir téacsanna saintreoracha agus na gnéithe den phlean a ghabhann leo. Ní féidir le rialacha a bhaineann le heilimintí pleananna líneacha nó pointebhunaithe, murab ionann agus iad siúd atá nasctha le heitleáin, gnéithe bunúsacha an phlean a chumhdach sa mhéid go dtagann siad ina n-ionad. I bplean, is féidir rialacháin pleanála uirbí a chur leis a bhfuil feidhm acu maidir le limistéar, líne nó áit nach bhfuil an pleanálaí ag iarraidh a chinneadh go cruinn go geoiméadrach. Is iad seo na tásca táscacha mar a thugtar orthu. Tá trí chineál tásca táscacha ann: pointí, línte agus forchlónna. Acest set de date conține versiunea vectorială digitală a tuturor elementelor planului – care indică tipul de puncte – ale planurilor regionale de implementare spațială, atât cele aprobate, cât și cele în formatare. De asemenea, sunt incluse suspendările și distrugerile Consiliului de Stat. Un element de plan este un obiect prin care guvernul în cauză reflectă asupra planului grafic domeniul de aplicare (o parte din) opțiunea spațială pe care a adoptat-o pe baza anumitor reglementări de urbanism, în cazul în care consideră necesar. Acest obiect poate fi întotdeauna urmărit conceptual înapoi la un plan, linie sau punct, căruia i-a fost atribuit un anumit simbol legendă. Pentru a asigura legătura dintre o „locație” și „setul complet de reglementări care se aplică în locația respectivă”, este necesar să se desfacă un plan în unele straturi complementare de date în format vectorial. În acest fel, obținem o legătură clară între textele pe bază de prescripție medicală și elementele planului însoțitor. Regulile legate de elementele planului liniar sau punctual, spre deosebire de cele legate de planuri, nu pot acoperi niciodată elementele planului subiacent în sensul că le înlocuiesc. Într-un plan, pot fi adăugate reglementări de planificare urbană care se aplică unei zone, unei linii sau unui loc pe care planificatorul nu dorește să îl determine precis din punct de vedere geometric. Acestea sunt așa-numitele indicații orientative. Există trei tipuri de indicații orientative: puncte, linii și supratipăriri. Dan is-sett ta’ data fih il-verżjoni vettorjali diġitali tal-elementi kollha tal-pjan — indikattivi tat-tip ta’ punti — tal-pjanijiet ta’ implimentazzjoni spazjali reġjonali, kemm dawk finali approvati kif ukoll dawk fl-ifformattjar. Is-sospensjonijiet u l-qerda tal-Kunsill tal-Istat huma inklużi wkoll. Element ta’ pjan huwa oġġett li bih il-gvern ikkonċernat jirrifletti fuq il-pjan grafiku l-kamp ta’ applikazzjoni ta’ (parti minn) l-għażla ġeografika li jkun ħa abbażi ta’ ċerti regolamenti tal-ippjanar urban, jekk iqis li dan ikun meħtieġ. Dan l-oġġett dejjem jista’ jiġi ntraċċat b’mod kunċettwali lura għal pjan, linja jew punt, li għalih ġie assenjat ċertu simbolu ta’ leġġenda. Sabiex tiġi żgurata r-rabta bejn “post” u s-“sett sħiħ ta’ regolamenti li japplikaw f’dak il-post”, jeħtieġ li jitneħħa pjan f’xi saffi ta’ ġeodata komplementari tal-format vettorjali. B’dan il-mod, aħna niksbu rabta ċara bejn it-testi ta’ preskrizzjoni u l-elementi tal-pjan li jakkumpanjawhom. Ir-regoli marbuta ma’ elementi tal-pjan lineari jew f’forma ta’ punti, għall-kuntrarju ta’ dawk marbuta mal-ajruplani, qatt ma jistgħu jkopru elementi sottostanti tal-pjan fis-sens li jissostitwixxuhom. Fi pjan, jistgħu jiżdiedu regolamenti dwar l-ippjanar urban li japplikaw għal żona, linja jew post li l-pjanifikatur ma jkunx irid jiddetermina ġeometrikament preċiż. Dawn huma l-hekk imsejħa indikazzjonijiet indikattivi. Hemm tliet tipi ta’ indikazzjonijiet indikattivi: il-punti, il-linji u l-overprints. Este conjunto de dados contém a versão vetorial digital de todos os elementos do plano — indicativos do tipo de pontos — dos planos regionais de implantação espacial, tanto os finais aprovados como os em formatação. As suspensões e destruições do Conselho de Estado também estão incluídas. Um elemento de plano é um objeto pelo qual o governo em causa reflete no plano gráfico o âmbito da (parte da) opção espacial que tomou com base em determinados regulamentos de planeamento urbano, se o considerar necessário. Este objeto pode sempre ser conceitualmente rastreado até um plano, linha ou ponto, ao qual um determinado símbolo de legenda foi atribuído. Para garantir a ligação entre uma «localização» e o «conjunto completo de regulamentos que se aplicam nesse local», é necessário desvendar um plano em algumas camadas complementares de geodados vetor-formato. Desta forma, obtemos uma ligação clara entre os textos de prescrição e os elementos do plano que o acompanham. Regras ligadas a elementos lineares ou de plano em forma de ponto, ao contrário das ligadas aos planos, nunca podem cobrir os elementos subjacentes do plano no sentido em que os substituem. Em um plano, os regulamentos de planeamento urbano podem ser adicionados que se aplicam a uma área, linha ou local que o planificador não quer determinar geometricamente preciso. Estas são as chamadas indicações indicativas. Existem três tipos de indicações indicativas: pontos, linhas e sobreimpressões.

"Gewestplan, raster" is een versie in rasterformaat gebaseerd op de dataset in vectorformaat van de bodembestemmingen in Vlaanderen volgens de gewestplannen. De bodembestemmingen verwijzen naar de algemene en aanvullende (bijzondere) stedenbouwkundige voorschriften zoals ze voor al de Vlaamse gewestplannen werden vastgelegd. De Gewestplannen werden opgesteld in uitvoering van Wet op Ruimtelijke Ordening en de Stedenbouw van 1962 en worden op zich sinds 2002 niet meer gewijzigd (uitzondering hierop is de opname van informatie over het opheffen van reservatiestroken en aan te leggen lijninfrastructuur - Besluit Vlaamse Regering van 14/12/2018). Zij blijven echter een belangrijk instrument voor het ruimtelijk beleid, omdat zij op de meeste plekken in Vlaanderen het enige geldende ruimtelijk verordenende plan zijn. Aan de andere kant zijn op vele plekken mogelijks nog andere ruimtelijke verordenende plannen van toepassing, opgesteld door het Vlaamse Gewest, de provinciebesturen of de gemeentebesturen. Het gewestplan geeft dus vaak niet de volledige juridische plancontext weer op een plek. Aan de kaarten op basis van deze dataset kunnen geen rechten worden ontleend. De informatie in de kaarten heeft louter informatieve waarde en geen juridisch bindende kracht. Om uitsluitsel te krijgen over de juridische planningscontext van een bepaald perceel of gebied dient u contact op te nemen met de stedenbouwkundige dienst van het betreffende gemeentebestuur. De digitale gewestplannen werden gecreëerd op basis van de originele gewestplan(wijziging)en die werden opgemaakt op kaartschaal 1/10.000. Bijgevolg is deze digitale versie enkel geschikt voor gebruik op middenschalig niveau, meer bepaald met maximale gebruiksschaal 1/10.000. Het gecombineerd raadplegen van dit bestand met grootschalige percelenkaarten is cartografisch niet correct en biedt geen uitsluitsel over de juridisch verordenende planningscontext van een perceel. Dit digitaal bestand is met de grootst mogelijke zorg samengesteld, met de oorspronkelijke, juridisch geldende gewestplannen als basis. Toch is het niet uitgesloten dat bepaalde informatie verouderd, onvolledig of onjuist is. De getoonde informatie kan dus niet beschouwd worden als een ‘voor eensluidend verklaarde kopie’ van de originele gewestplan(wijzigingen). Deze dataset is opgemaakt door rasterconversie van de dataset in vectorformaat van de gewestplannen, die op zijn beurt werd aangemaakt door vectorisatie van de kaarten van de 25 gewestplannen vastgesteld in de periode 1976 - 1980. Deze kaarten zijn opgemaakt op kaartschaal 1: 10.000. Alle aanpassingen die het gevolg zijn van de later goedgekeurde gewestplanwijzigingen zijn geïntegreerd in de dataset. In het geval er Arresten van de Raad van State werden uitgesproken die geleid hebben tot vernietiging van bepaalde delen van de gewestplannen dan werd, in bijna alle gevallen, het gewestplan in de toestand van vóór de vernietiging hersteld. Een overzicht van alle doorgevoerde bewerkingen vindt U in de metadata van deze dataset onder de rubriek Kwaliteit, Bewerkingen, Processtappen. Carte stratégique de bruit pour le trafic ferroviaire de plus de 30 000 passages de train ou de tramway par an selon la directive 2002/49/CE. L’année de référence de ces dates est 2021. La carte son indique le niveau d’exposition acoustique à l’environnement. Le bruit est exprimé par le paramètre Lnight. Le niveau Lnight est la moyenne des niveaux de bruit nocturne (23-07h) et est l’un des indicateurs sonores représentatifs d’une éventuelle perturbation nocturne du sommeil. Ces cartes de bruit sont mises à jour tous les 5 ans. À partir des cartes de bruit stratégiques de l’année de référence 2021, une nouvelle méthode de calcul a été utilisée. Il s’agit d’une nouvelle méthode européenne commune de calcul qui est obligatoire pour tous les États membres à partir de l’exercice de cartographie avec l’année de référence 2021. Étant donné que cette méthode de calcul diffère de celle utilisée lors des précédentes séries de cartographie, il n’est pas approprié de comparer les résultats de l’année de référence 2021 avec les éditions précédentes (2006, 2011 et 2016). En effet, il ne saurait être exclu que des différences dans l’exposition calculée soient simplement dues à l’application de cette nouvelle méthode de calcul et ne résultent pas d’une exposition accrue ou réduite. Strategic noise map for rail traffic with more than 30 000 train – or tram passages per year according to RL 2002/49/EC, the reference year of which is 2021. The noise map shall indicate the noise exposure of the environment. The noise shall be expressed in the parameter Lnight. The Lnight level is the average of night noise levels (23-07h) and is one of the noise indicators representative of possible night sleep disturbance. These noise maps shall be updated every 5 years. From the strategic noise maps with reference year 2021, a new calculation method was used. This is a new joint European calculation method mandatory for all Member States from the mapping exercise with reference year 2021. As this calculation method differs from that used in previous mapping rounds, it is not appropriate to compare the results of reference year 2021 with previous editions (2006, 2011 and 2016). It cannot be ruled out that differences in calculated exposure are merely due to the application of this new calculation method and are not due to an increased or reduced exposure. Diese Kartenschicht ist Teil des Atlas für erneuerbare Energien in Flandern. In diesem technischen Szenario wird die theoretische technische Obergrenze für das zusätzliche Potenzial für die Stromerzeugung für folgende Formen erneuerbarer Technologien geschätzt: Photovoltaik, Windenergie an Land, Wasserkraft und Biomasse. Weitere Informationen über die räumlichen Rahmenbedingungen und Schlüsselzahlen für jede Technologie sind dem Bericht zu entnehmen. Die Hotspots in Flandern erhalten ein gefiltertes Bild der Ergebnisse. Die Zahlen für die einzelnen Gemeinden sind auch der beigefügten Tabelle zu entnehmen.

Cette carte indique, pour chaque site de 1 ha en Région flamande et en Région de Bruxelles-Capitale, la note globale pour la valeur de nœud du transport collectif, en tenant compte des nœuds faisant partie du réseau ferroviaire (train, tram, (pre-) métro, tramway léger, tramway léger) et des arrêts de bus A de De Lijn, et ce pour les nœuds existants au cours de l’année de référence 2019. Les nœuds facturés sont tous les nœuds qui font partie du réseau ferroviaire et qui sont donc desservis par le transport collectif par chemin de fer (train, tramway, (pre-) métro, tramway léger, tramway léger) en Flandre et à Bruxelles, ainsi qu’une sélection d’arrêts de bus de De Lijn et de la STIB. En ce qui concerne les gares ferroviaires, elles sont également facturées en Wallonie, qui peuvent être acheminées depuis la Flandre ou Bruxelles par chemin de fer (y compris Liège ou Namur, par exemple), ainsi qu’une sélection de gares ferroviaires à l’étranger (avec Paris Nord, London St Pancras ou Aachen, par exemple). Contrairement à l’ «état 2015» résultant de l’étude initiale, nous utilisons les options suivantes pour la sélection des arrêts de bus: Uniquement les arrêts de bus où les lignes d’une fréquence minimale de 30 ± 5 minutes circulent les mêmes arrêts après chargement en heures creuses (mardi/jeudi entre 13h et 15h). Toutes les lignes desservant ces arrêts de bus (y compris celles à fréquence horaire, par exemple) sont prises en compte dans le calcul des indicateurs. Dans un premier temps, la valeur du nœud individuel est calculée au moyen d’une agrégation pondérée ou non d’un certain nombre d’indicateurs partiels définis dans la littérature spécialisée. Par la suite, le rayonnement de la valeur de la nœud vers chaque cellule d’hachage en Région flamande et en Région de Bruxelles-Capitale se fait par des fonctions d’extinction à distance, qui montrent comment la valeur de la nœud diminue au fur et à mesure que le temps de trajet augmente jusqu’au nœud. Pour plus de détails sur les nœuds sélectionnés, les sous-indicateurs utilisés et la méthodologie des fonctions de décrochage, d’une part, voir le rapport final de l’étude originale que vous trouverez à l’adresse suivante: https://archief-algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/handle/acd/230143 et, d’autre part, au rapport complémentaire qui décrit la mise à jour et la modification (limitée) de la méthodologie des résultats pour l’état 2019, que vous trouverez à l’adresse suivante: https://archief-algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/handle/acd/743869 Die Geodatenschicht „Stadtwald“ umfasst alle Cluster öffentlich zugänglicher Grünflächen mit einer Mindestfläche von 60 ha. Diese Geodatenschicht wurde durch Auswahl aller „Grünflächen“ auf der Grundlage der Flächennutzungskarte (Bedingung 2019) ermittelt. Diese Grünflächen wurden algorithmisch auf der Grundlage der Nähe, einschließlich physischer Barrieren, gruppiert. Danach wurden nur die Grünflächen, die an eine zu Fuß zugängliche öffentliche Straße angrenzen, erhalten. Auf dieser Grundlage wurden fünf Gitterschichten (Auflösung 10 x 10 m²) erstellt, bei denen Cluster nach Funktionsebene anhand einer Mindestfläche ausgewählt wurden: benachbarter Grün (> 0,2 ha); Bezirksgrün (> 10 ha); städtische Fläche grün (> 30 ha); Stadtgrün (> 60 ha); Stadtwald (> 200 ha). Daher sind die ausgewählten Cluster mit einer höheren Funktionsebene immer eine Untergruppe der ausgewählten Cluster einer niedrigeren Funktionsebene. Aufgrund der angewandten Methode besteht der Gemüsetyp „Stadtwald“ nicht nur aus Wäldern, sondern aus verschiedenen Grünflächenarten. Weitere Informationen sind diesem Hintergrunddokument zu entnehmen: https://archief-algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/bitstream/handle/acd/768624/Groentypo_2019.pdf Das Vorhandensein von Grün wirkt sich positiv auf eine Vielzahl von Aspekten aus, die ein qualitatives Umfeld definieren. Dies umfasst positive Auswirkungen auf die körperliche, geistige und soziale Gesundheit, aber auch auf die biologische Vielfalt, die Klimaresilienz, die Landschaftsqualität usw. In einem gemeinsamen flämischen Referenzrahmen (eingeführt in MIRA-S 2000) zur Bewertung der Verfügbarkeit von Grünflächen heißt es, dass jeder Einwohner Zugang zu Stadtgrün bis zu 400 m, zu einem Viertelgrün bis zu 800 m, zum städtischen Teil zu höchstens 1 600 m, zu städtischen Grünflächen bis zu 3 200 m und zu Stadtwäldern bis zu 5 000 m haben sollte. Diese Datenschicht ermöglicht unter anderem die Berechnung der Einwohnerzahl in einem bestimmten Gebiet, das Zugang zu städtischen Wäldern hat, unter Berücksichtigung der oben genannten maximalen Entfernung. This dataset contains the digital vector version of all contours of the general construction plans. Each plan is defined by its contour. This contour concerns the geometric envelope of all containing layers of the plan. Conceptually, it has been decided to draw a buffer around any line elements that do not occur within a base to allow them to be included within the envelope contour. The plan contour layer shall include the administrative data of the plan in the attributes. The contours are available in this dataset to the extent that they have already been loaded by the relevant municipal administration, which owns the data and is responsible for the content. De laag Erfgoedobjecten is een verzamellaag van alle wetenschappelijk geïnventariseerde items, die als geheel een zo representatief mogelijke selectie geven van het onroerend erfgoed in Vlaanderen. Zowel archeologisch, bouwkundig, als landschappelijk erfgoed zijn opgenomen. In de attributentabel kan je eenvoudig filteren op discipline en schaal.